Plop! De Friese Ziekte

Zelfbewuste Friezen, daar heeft Friesland een grote behoefte aan. Er is iets grondig mis met het bestuurlijke klimaat in Friesland. Bestuurders moeten het harnas eens uittrekken. Durven te twijfelen. Een essay van Wio Joustra, nadat schrijver Geert Mak de Friezen opnieuw de spiegel voorhoudt.  

Door Wio Joustra

Grote schrijvers lijken een haat-liefde verhouding met Friesland te hebben. De in Leeuwarden geboren en getogen dichter Jan Jacob Slauerhoff bij voorbeeld had meer met het Friese landschap dan met de volksaard. ,,De Friese aard is benepen en uit zich niet groot, weegt en wikt”, dichtte hij in In memoriam patris. Maar ,,dit toch wel mooie grijze land” inspireerde hem tot een onvoltooid vers, waarvan de kernzin luidde: ,,Alleen voor Friesland heb ik nog een zwak.”

Een eeuw later klinkt de echo van Slauerhoff door in de observaties over Friesland van de in Leeuwarden en Hurdegaryp opgegroeide auteur Geert Mak. In een interview dat ik voor de Leeuwarder Courant met hem maakte in de herfst van 2010 verklaarde Mak zijn liefde voor de Friezen: ,,Het is een prettig soort mensen. Ongelooflijk trouwe vrienden. Recht voor z’n raap, lijken koel en afstandelijk, maar zijn romantisch en emotioneel. De keerzijde daarvan is dat ze waanzinnig bot kunnen zijn. Toch prefereer ik die botheid boven hypocrisie.”

Maar de succesvolle non-fictie auteur, die afwisselend in Amsterdam en Friesland woont, heeft niet alleen een zwak voor Friesland. Ergernis en woede strijden regelmatig om voorrang wanneer hij de bestuurlijke megalomanie in dit gewest gadeslaat. De Volkskrant ging met hem terug naar Jorwert, waaruit hij God liet verdwijnen als metafoor voor de crisis op het platteland, toen de naam van het dorp nog op een ‘d’ eindigde. Het stuk levert weer een aantal rake waarnemingen op die, zo vreest hij, in de bestuurskamers op het provinciehuis en de gemeentehuizen niet eens tot gefronste wenkbrauwen aanleiding zullen geven.

Als steen in teil modder

Want, zegt Mak, mensen laten hun stem wel horen maar bestuurders gaan in Friesland heel vreemd om met oppositie.  Er wordt volgens hem in Friesland enorm op de man gespeeld en dat kan heel intimiderend zijn. ,,Het is wie niet voor ons is, is tegen ons. Alsof je een steen in een teil met modder gooit: plop. Dat is de ervaring van iedereen die hier iets wil veranderen.”

Mak heeft gelijk. Als commentator van de LC heb ik het aan den lijve ondervonden. Kritiek levert al snel het verwijt op dat je anti-Fries bent, dat je voor Heerenveen bent en tegen Leeuwarden – of Cambuur – en omgekeerd. Dat je links bent of rechts. Dat je alles bij het oude wilt laten en dus de progressie in de weg staat. 

,,Geld is het probleem niet”, aldus Mak. ,,Er hangen boven Friesland honderden miljoenen euro’s, afkomstig uit de verkoop van het provinciale energiebedrijf en van subsidiegelden uit Europa en Den Haag. Maar dat geld wordt al te vaak gestoken in prestigeprojecten, veelal gebaseerd op schromelijk overdreven bevolkings- en verkeersprognoses.”

,,Wees normaal''

Friese bestuurders lijken the last of the big spenders. ,,Pomp de boel niet zo op, wees normáál”, verzucht Mak, die geen gebrek aan liefde voor het Friese land te verwijten valt. ,,Friesland is uit zichzelf mooi genoeg, het kan een prachtige provincie zijn.” 

Het is de moeite waard de projecten die Mak’s ergernis hebben gewekt, nog eens na te lopen en er enkele aan toe te voegen. 

Haak om Leeuwarden

Zo is daar de Haak om Leeuwarden. Ooit stond een Leeuwarder wethouder een paar minuten in de file op weg naar het stadhuis en bezigde het woord ‘verkeersinfarct’. Zijn overijverige ambtenaren kwamen onmiddellijk met een plan om dat ‘infarct’, de omvang waarvan collega-wethouders elders in het land slechts konden dromen – ze zouden elke dag een kaarsje branden als dat hun grootste probleem zou zijn, aldus domineeszoon Mak -, te bestrijden. Het wachten is nog slechts op de voltooiing van het peperdure aquaduct dat de Drachtsterbrug moet vervangen en we kunnen vanuit alle hoeken van een nagenoeg lege provincie om de hoofdstad heen rijden. De Haak, een typisch geval van een oplossing op zoek naar een probleem. Nergens in Nederland kun je zo in je eentje genieten van een vierbaansweg als in deze provincie.

Centrale As

Nog eentje? De Centrale As. Een vierbaansweg die een plaats van dertienduizend inwoners met een leeg achterland moet ontsluiten. Dat landschap en milieu in een groot deel van de provincie erdoor worden aangetast, ach wat zou het? Dokkumers kunnen een minuutje eerder in de Randstad – 38 seconden eerder in Amsterdam, aldus Mak - zijn. Kennelijk denken bestuurders dat ze op dit soort onbenulligheden worden afgerekend. ,,Stuntbestuur”, noemt de schrijver het. Dat het buitengebied in delen van de provincie nog steeds niet is toegerust met snel internet, lijkt de stuntmannen en –vrouwen niet te deren. Mensen moeten het gewest uit kunnen in plaats van er fatsoenlijk te kunnen werken en ondernemen.

Afvaloven

Absoluut dieptepunt in de hedendaagse geschiedenis van regentesk Friesland vindt Mak de afvaloven van Omrin bij Harlingen aan de Waddenzee en derhalve naast een werelderfgoed. Hij trok eerder een parallel met de wereldvermaarde Borobodur in Indonesië, waar een Chinees hotel naast wordt gezet. De wereld zou te klein zijn.

Sportvoorzieningen

Dan hebben we het nog niet gehad over de sportvoorzieningen in Friesland. In Leeuwarden is een, naar het schijnt, erg fraaie nieuwe ijshal verrezen, de Elfstedenhal. Mooi voor de Leeuwarders en voor schaatsers in Noord-Friesland, maar op geringe afstand wordt het meest vermaarde ijsstadion in de wereld verbouwd voor €50 miljoen. Dertig kilometer verderop, over de lege vierbaanswegen sta je er binnen het halfuur op schaatsen. Maar ja, dkv? 

Misschien nog erger is het feit dat Sportstad Heerenveen per se een groot zwembad tot haar sportfaciliteiten wilde rekenen. Dat er al jaren een perfect wedstrijd-bad in Drachten ligt, vermocht de verantwoordelijke autoriteiten niet te vermurwen. Tot verbijstering, en ook wel enige hilariteit van sporters en sportbestuurders in de beide andere noordelijke provincies.  

Asfalt, steen en beton

En zo kunnen we wel even doorgaan: asfalt, steen en beton, daarmee menen provinciale en plaatselijke bestuurders al decennia goede sier te kunnen maken. Geld in overvloed immers: NUON verkocht, de Zuiderzeelijn niet doorgegaan, maar wel prima gecompenseerd. In de internationale economie geldt de term Dutch Disease voor het potverteren van de aardgasbaten. Nu de grond onder de voeten van de Groningers wegzakt, komt Den Haag straks geld tekort. Wie had dat gedacht? De Friese Ziekte begint er op te lijken. Potverteren en maar zien waar het schip strandt. Het nageslacht zoekt het maar uit!

Dat de provincie intussen een culturele kaalslag ondergaat, een kniesoor die daar op let. De Lawei is met krankzinnige tekorten verbouwd, maar de Muziekschool in Drachten is dicht. Net als Parnas in Leeuwarden. Culturele instellingen worden gesloten, de bibliobus rijdt niet meer langs de dorpen. Als er in de Friese dorpen nog iets op cultureel terrein gebeurt, dan is dat te danken aan de inwoners zelf. In de bestuurskamers wordt dat Mienskip genoemd – alsof de dames en heren het uitgevonden hebben - en op die kwaliteit wordt ook nog eens de titel Culturele Hoofdstad van Europa in 2018 binnengehaald. 

Toelaten van twijfels

Er is iets grondig mis met het bestuurlijke klimaat in Friesland, zo veel is wel duidelijk. Bestuurders vertonen in z’n algemeenheid een gebrek aan zelfbewustzijn, zijn weinig geneigd tot zelfreflectie en het toelaten van twijfels. Zodra ze worden aangevallen, trekken ze het harnas aan. Die starheid geeft burgers een machteloos gevoel. Het heeft te maken met het chauvinistische gevoel dat we een uniek, bijna uitverkoren volk zijn, in het beste lân fan ierde. En juist van dat waanidee moeten we af. Want als het er echt op aankomt, is Friesland een gewest met een interessante historie en met een dorpse samenleving van – gelukkig – veel eigenheimers, maar ook een tamelijk leeg land met een ongewisse toekomst. 

Mak, destijds in de LC: ,,Het uitgangspunt is dat wegen werk maken en dat wonen werk volgt. Maar zo is het niet altijd, zeker niet in het digitale tijdperk. Leeuwarden is niet groot en verkeert in de periferie. Belangrijk is dan om je onderwijs, je voorzieningen en je culturele klimaat op peil te houden.” 

Mak, in de Volkskrant: ,,Het stuntbestuur, dat ik onvolwassen vind, komt voort uit een diepe onzekerheid over wat Friesland voor provincie zou moeten zijn. Voortdurend hoor en lees ik zinnen als:  'We hebben behoefte aan een markeringspunt, we moeten onszelf neerzetten.' Maar wat dan markeren en neerzetten? En waarom? Het opvallende is dat provincies als Groningen, Drenthe en Brabant zich beter hersteld lijken te hebben, terwijl ze toch ook hebben meegemaakt dat de landbouw van karakter veranderde of verdween. Maar Friesland was eeuwenlang een landbouwprovincie bij uitstek, met een zeer geavanceerd en succesvol boerenbedrijf waaraan het zich langer heeft vastgeklampt. Zo’n geschiedenis is niet in een paar decennia te vervangen door een nieuwe.”

In de LC: ,,Het is de hoogste tijd om slim te investeren. In economie en onderwijs, zeker, maar ook in het behoud en het renoveren van wat talloze mensen naar Friesland trekt, dat rijke Friese cultuurgoed. Zelfbewuste Friezen, daar heeft Friesland een grote behoefte aan.” 

Brede discussie

Zou het niet mogelijk zijn in een gewest waar Mienskip het toverwoord is geworden over die wezensvraag, namelijk wat voor provincie Friesland zou moeten zijn, een brede maatschappelijke discussie op gang te brengen? Waarbij de bokshandschoenen op voorhand worden uitgetrokken en het harnas in de kast blijft. En waarbij een ieder die zich daartoe geroepen voelt ongezouten zijn of haar mening of kritiek mag geven, zonder te hoeven denken: ,,Ze houden me in de gaten.”

Laatst gewijzigd op 03-08-2015 om 21:00 uur