Walvis redt hopeloze Leeuwarder steeg

Zoals Amicitia na de sloop van het oude, witte hotel lang te boek stond als het lelijkste gebouw van Leeuwarden, zo stond de Oude Lombardsteeg bovenaan in de categorie straten. Maar dat is voorbij als er een walvis hangt. Daar word je blij van als vroegere bewoner.

Door André Keikes

De Oude Lombardsteeg in Leeuwarden. Niet elke Fries zal onmiddellijk roepen Oh, ja. Maar dat is anders als je er je vroegste jeugdjaren hebt doorgebracht. Ik woonde boven de schoenwinkel van Hoogenbosch (nu Dolcis), met aan de andere kant van de steeg Bervoets mode (nu Douglas) en aan de Zaailandkant van de steeg de expeditie van V&D (nu Only) en de City Bar (nu Prénatal).

Het was jarenlang een grauwe, groezelige straat waarin zich menselijke silhouetten voortbewogen, precies zoals de wereld er in die dagen uitzag. Met hoeden, lange jassen, jekkertjes, klikkend en krakend schoeisel en veel plassen. Deels van hemelwater, deels afkomstig uit de blazen van cafévolk. Want de Oude Lombardsteeg en omgeving kende ook kroegen. Onder meer de City Bar dus en midden in de steeg bar-dancing Central van Jean-Pierre Houbein, wiens zoon later een bekende bokser werd. De man beschikte over een bioscoop-orgel en dat was wat in die dagen.

Zijn zaak was niet groot, welbeschouwd niet meer dan een centrale ingangsdeur met links en rechts daarvan een tafeltje met enkele stoelen, zwaar zoals alles in die tijd, en een tap. Verder moest je maar zien waar je je billen bewoog, want voor dansen was nauwelijks plek. Als vier- of vijfjarig zoontje van de achterburen, vond je zo’n halfduistere omgeving echter ongelooflijk spannend. Ik dronk er voor het eerst rechtstreeks uit een flesje, nadat ik aanvankelijk, heel braaf, een half uur tevergeefs op een glas had gewacht. De steeg was een no nonsens transitroute, zonder opsmuk, gewoon een kwestie van doorsteken met de neus dicht. In 1956 liet politiecommissaris Anno Houwing de, wat toen opgeschoten jeugd heette er nog samendrijven na relletjes als gevolg van de film ‘Rock around the clock’. Geen plek om trots op te zijn.

Lange walvis

Donderdag 27 augustus om 20.30 uur is de metamorfose van de Oude Lombardsteeg officieel voltooid. Eindelijk, want de Leeuwarder politiek heeft heel lang om een grondige aanpak heen gedraaid. Wat moest je ook met die lange duistere steeg van vieze, blinde muren? De Amsterdamse kunstenaar Giny Vos ontwierp een zestig meter lange walvis. Lijkt niet voor de hand te liggen, maar Vos is een nationaal en internationaal werkend kunstenaar met een grote staat van dienst. Ze weet welke ingrepen groot effect op de omgeving kunnen hebben, wat ook in Leeuwarden nu het geval blijkt te zijn.

De afgelopen maanden zagen de Leeuwarders al de eerste, opengewerkte stalen elementen verschijnen, hangend aan de nu compleet muisgrijs geverfde wanden van de steeg. Die geverfde muren zijn al een hele vooruitgang na de vieze tijd die maar niet voorbij leek te gaan, omdat het gemeentebestuur domweg geen oplossing wist te bedenken. Zelfs verbreding is wel eens overwogen. Decennia viel op de muur van het Hoogenbosch-pand (later Dolcis dus) te lezen ‘The Latches stink’, een kritisch commentaar op een Leeuwarder jaren zestig-‘beatgroep’. Halfdode, scharrige struiken waren een poging de boel wat op te fleuren, maar niets lukte. Tot het gemeentebestuur in de flow van het Nieuwe Zaailand maar liefst €1 miljoen uittrok voor dit straatje en de Oude Doelesteeg, ook zo’n luizige doorgang naar de Nieuwestad. Nieuwe bestrating, betere verlichting en het kunstwerk moesten de definitieve verbetering realiseren.

Monumentaal uiterlijk

In 2013 werd al het zeer gesloten Statemapand op de hoek met het Ruiterskwartier aangepakt. Een gedeelte ervan in de steeg werd gesloopt, voorzien van etalageramen, zodat een winkel, het werd Only, het kon betrekken. Bovendien is het hele pand geschilderd, waarmee het zijn monumentale uiterlijk terugkreeg. Ronduit teleurstellend is het wel dat die dure zij-etalages niet serieus ingevuld worden. Nu héb je de kans en gebeurt er niks mee. Ook teleurstellend is het dat de andere drie winkels niet meer openheid naar de steeg nastreven. Houbeins vroegere café verdween achter de muren van Prénatal.

Als kind in de vroege jaren zestig, zag je niet veel meer beweging in de steeg dan het exact om half acht openklappende zijraampje in de gebrandschilderde zijramen van het Bervoetspand (Douglas), waaruit de schoonmaker zijn zwabber stak en die uitschudde. Precies zichtbaar in het slaapkamertje vanaf de overkant en voor mijn broertje en mij het teken om op te staan. Tijdens de kermis stond er een soort Koperen Ko beneden. Ik vond de goudkleurige verschijning met zijn belletjes, mondharmonica, bekkens en trommels maar eng.

Mijn ouders waren huurders van de eerste verdieping boven schoenwinkel Hoogenbosch. Als chef van de stadsredactie van de Leeuwarder Courant kon mijn vader niet centraler wonen. Boven ons leefde de familie Rijpkema, waarvan Henk, in zijn vrije tijd een knap goochelaar, het filiaal van de schoenenzaak exploiteerde. Na hem nam Nico Evers die rol over. Op ‘onze’ etage kwamen geen nieuwe bewoners meer, zodat Evers mij enkele jaren geleden mijn kinderhuis van een halve eeuw terug kon tonen in zo goed als oorspronkelijke staat. Wie maakt zoiets mee? Het half vergane gordijntje onder het granieten aanrecht van mijn moeder hing er nog.

Alleen is iedereen van toen inmiddels overleden, realiseerde ik me op dat moment. Mijn beide ouders, mijn op 54-jarige leeftijd veel te vroeg gestorven tweelingbroer Saco, de Rijpkema’s, de Houbeins en ook de dame die in de jaren zestig elke dag, behalve op zondag, bloemen verkocht voor het Bervoetspand. Hoe ze heette wisten mijn broertje en ik niet. Voor ons was ze gewoon ‘mevrouw bloemen’.

Romantisch

De hernieuwde kennismaking met het oude huis was zo romantisch als je het je maar kunt voorstellen. Het uitzicht op de Nieuwestad door de drie dubbele ramen was, net als toen, onvergelijkelijk mooi. Door de knik in de gracht, kun je er namelijk de hele straat uitkijken. En net als vroeger, het was december, stond recht tegenover het huis de oliebollenkraam met al haar lichtjes. Ik dacht ook nog even aan het Leger des Heils, dat in die rechtschapen jaren elke zondag vrolijk preekte en toeterde vanaf de Lange Pijp.

Met de uiterst charmante Nico Evers ontstond voor even een mooie vriendschap, die echter te kort duurde. Hij overleed vorig jaar plotseling, nog vol plannen, op 71-jarige leeftijd.

Dat de steeg een facelift zou krijgen, boeide hem zeer. Hij nodigde Giny Vos uit om koffie bij hem te drinken, toen ze bij de voorbereidingen voor de walvis in Leeuwarden was. Vos had zich niet gerealiseerd dat er in die verwaarloosde steeg nog mensen woonden. Maar Evers kon haar snel duidelijk maken dat zijn huis, feitelijk aan de Nieuwestad gelegen, een prachtige plek was. Alleen die steeg kon inderdaad wel een likje verf gebruiken, vond ook hij.

Eind deze maand is de walvis dus klaar. Dan straalt de oude steeg als een heuse passage, mede door de boogvormen die Vos als een heel functioneel geraamte aanbracht. ’s Nachts verlicht door duizenden ledlichtjes. De mensen van toen hadden eens moeten zien hoe mooi hun lange tijd zo armoedige steeg nu geworden is.

Laatst gewijzigd op 10-08-2015 om 16:14 uur