Jan van der Kooi: ’Kunst kan bruggen slaan’

Tekenaar/schilder Jan van der Kooi (58) uit Burgum geeft in Bethlehem gastlessen aan studenten. Hij proeft de vermoeidheid van de bevolking om de vijand van de ander te zijn. ,,Ik zie de verbijstering in hun ogen. Ze zijn bezig met overleven.''

Door Karin de Mik

Jan van der Kooi is lyrisch als hij spreekt over de oude bijbelse steden. Hij was gast in een achthonderd jaar oud huis met een waanzinnig uitzicht op de oude stad Jeruzalem. ,,Ik stond werkelijk op mijn kop toen ik al die witte huizen met de zon erop zag, de minaretten en de koepels. Het was alles van een buitengewone schoonheid.''

De Israëlische kunstenares Sigal Tsabari zag direct dat Jan van der Kooi geen foto’s naschildert. ,,Dat vind ik bijzonder,” vertelt Van der Kooi. ,,Ze zag het dus aan mijn werk dat ik nooit een foto gebruik. Een opsteker voor mij.” Alles wat Van der Kooi tekent of schildert doet hij door aanschouwing. Een fotocamera gebruikt hij nooit. De kunstenares ontdekte hem op internet en vroeg of hij in Israël lezingen wil geven. Dat wil de Groningse Fries (geboren in Bedum). 

Van der Kooi voelt zich in een traditie staan van meesters als Rembrandt en Rubens. Zijn grote voorbeeld is Leonardo da Vinci. Zijn kunstwerken zijn het resultaat van uitputtende studies, inzicht en verwondering. ,,Ik beeld niet af, ik roep op”, zegt Van der Kooi over zijn werk. ,,Ik wil een ander laten zien wat ik zelf heb waargenomen.”

Observeren en aanschouwen

Veertig jaar is hij kunstenaar. Hij tekent en schildert landschappen, stillevens, dieren, zelfportretten en naakten. Hij werkt alleen bij daglicht. In zijn werk staan lichtpatronen – strijklicht, tegenlicht en zonlicht- centraal. Voorwerpen, mensen of dieren die hij wil tekenen observeert en bestudeert hij intensief voordat hij penseel of potlood oppakt. Als hij een paard wil afbeelden gaat hij naar de Utrechtse universiteitskliniek om in kadavers te snijden. In het verleden toog hij naar roofdierenopvang Pantera om leeuwen te observeren en naar diergaarde Blijdorp om gorilla’s te aanschouwen.

Zijn manier van werken werd door de kunstwereld aanvankelijk met een zeker dedain bekeken, vertelt hij. Maar van der Kooi heeft succes. Bij het grote publiek is hij niet zo erg bekend, maar kunstkenners weten hem thuis in Burgum te vinden. Een galerie heeft hij niet. In opdracht werkt hij evenmin. Oud-directeur Frits Duparc van het Mauritshuis noemt hem een van de beste tekenaars die ons land momenteel rijk is. Zelfs het Koninklijk Huis is klant van hem.

Tentoonstelling in Tel Aviv

Vorig najaar gaf Van der Kooi al zeven lezingen aan studenten, collega’s en hoogleraren in Tel Aviv. Ook had hij daar een gesprek met een conservator van het Tel Aviv-museum. Er zijn plannen voor een tentoonstelling in de hoofdstad van Israël, vertelt hij. ,,Dat zou fantastisch zijn. Over twee jaar word ik zestig; een mooie aanleiding. Ik wil dan alleen werk laten zien dat ik in het Midden-Oosten heb gemaakt.”

Van der Kooi was onder de indruk van de gastvrijheid en hartelijkheid in Israël. ,,Ook het land heeft een enorme indruk op me gemaakt. Ik was in de Hof van Gethsemane (waar Jezus volgens het Bijbelverhaal werd verraden door Judas red.), Golgotha (waar Jezus aan het kruis stierf red.) en de Dode Zee. Het trilt daar spiritueel.” 

Oude stad

Thuis in Burgum zei een van zijn kunstverzamelaars dat Van der Kooi ook de andere kant van het verhaal 'Israël' moest horen. Via hem kwam Van der Kooi in contact met de Palestijnse zakenman Khouri. ,,Hij woont in een achthonderd jaar oud huis in Jeruzalem met een dakterras, vanwaar je een waanzinnig uitzicht hebt op de oude stad.

De oude stad van Jeruzalem is maar een vierkante kilometer groot en is in 4.000 jaar 25 keer verwoest. De Tempelberg is een belangrijke plek voor zowel joden, christenen als moslims. ,,Mag ik hier eens een schilderij maken? vroeg ik hem. Hij beloofde me de sleutel van zijn huis te geven. Ook zei hij dat hij me graag wilde introduceren bij zijn volk, de Palestijnen.” Khouri had contacten bij het College of Arts and Culture van de Dar Al-Kalina University in Bethlehem en al snel kreeg Van der Kooi een uitnodiging voor een lezing. 

Geen politicus

Voor Van der Kooi was een ding echter van meet af aan duidelijk: hij wilde zich niet in de verhitte politieke discussies mengen over het Palestijnenvraagstuk. ,,Ik ben schilder, geen politicus. Verwacht van mij niet dat ik een politiek standpunt inneem, zei ik hun. ,,Ik vertelde dat ik ook contacten in Israël had en dat ik neutraal wilde blijven. Dat snapten ze. Toch kan kunst bruggen slaan. Israeliërs en Palestijnen houden beiden van Mozart en van Rembrandt. Het is fijn dat beide groepen geraakt zijn door mijn werk. Ik heb er warme contacten.”

Eind september vertrok Van der Kooi voor de derde keer naar het Midden-Oosten. Hij verbleef er in Khouri’s woning en schilderde er diverse schilderijen op het dakterras. Toen hij aan de kunstacademie in Bethlehem arriveerde begroetten studenten hem met een staande ovatie. ,,Ze waren blij dat er iemand naar hen toe kwam. Op mijn usb-stick had ik honderd van mijn schilderijen staan die ik liet zien. Wat wil je van mij leren? vroeg ik. Ze antwoordden: ,,Let’s talk about the light and the color.” Ik schoot vol. De Palestijnen leven in een oorlogsgebied en hebben het moeilijk. Ze vroegen of ik een paard wilde tekenen. Dat deed ik en ze waren verbijsterd dat ik dat zomaar uit mijn hoofd kon doen.”

Voor zijn gastcollege wilde Van der Kooi geen vergoeding hebben. Wel vroeg hij of studenten hem wilden rondrijden in hun land. ,,Ik ben in een Palestijns vluchtelingenkamp geweest en in de geboortekerk. Ook was ik in Hebron. Daar wonen in het centrum 800 Joden, die worden beschermd door 750 soldaten. Eromheen wonen 200.000 Palestijnen. Ik werd rondgeleid door een Palestijnse student. De joodse kolonisten waren agressief tegen ons en gooiden met eieren. Ze willen geen pottenkijkers.” 

Oude stad Jericho

In het voorjaar gaat Van der Kooi weer naar Bethlehem voor zijn gastprofessoraat aan het College of Arts and Culture. ,,Vier weken ben ik er, waarvan ik drie weken lesgeef. Studenten willen graag leren hoe ze kunnen tekenen naar aanschouwing. En ze willen zich gaan verdiepen in anatomie. Ook lijkt het me leuk om met hen de woestijn in te gaan om en plein air te gaan schilderen.”

Hij wil dan ook Jericho bezoeken. ,,Daar woont een student en ik hoop dat hij me wil rondleiden in de stad. Jericho is 12.000 jaar oud en de oudste permanent bewoonde stad ter wereld. Fascinerend vind ik dat.”

Wanhopig, bang en moe

Hoewel hij geen keuze wilde maken tussen de Palestijnse en Israëlische kant, ervoer hij wel hoe gespannen de sfeer in beide kampen is. Van der Kooi: ,,Op 150 meter van mijn hotel in Jeruzalem is tijdens mijn verblijf een Palestijnse jongen vermoord. ’s Avonds dacht ik vuurwerk te horen, maar de volgende ochtend aan het ontbijt werd me verteld dat het geweervuur was. De mensen in het hotel adviseerden me een dag binnen te blijven vanwege de explosieve situatie. Zowel Israeliërs als Palestijnen zijn wanhopig, bang en moe. Moe om 70 jaar de vijand van de ander te zijn. Ik zie de verbijstering in hun ogen. Ze zijn bezig met overleven.”

Laatst gewijzigd op 30-10-2015 om 16:44 uur