Zo veel waardevolle Friese interieurs en zo veel gaat verloren

Historische interieurs genieten te weinig bescherming. Vaak is het onbekend maakt onbemind. Nu gaan er ambassadeurs door Friesland om waardevolle interieurs op te sporen. Súdwest-Fryslân is bijna klaar, Harlingen volgt.

Door Bert de Jong

Als oud vuil staan ze aan de kant van de weg. Eeuwenoude schouwen, ooit onderdeel van een rijk interieur in een oud pand in de Friese Zuidwesthoek. Maar de nieuwe bewoners zien de waarde niet.

Projectleider Mirjam Stuurman schrikt zich wild. Ze kan wel janken. Eeuwig zonde, denkt ze, maar het is de keus van de bewoners. Stuurman is streng voor zichzelf: zij legt geen beperkingen op aan bewoners en zij wil geen nieuwe monumenten aanwijzen. Maar zij wordt toch pas echt blij als er interieurs behouden blijven.

Stuurman geeft leiding aan het in 2013 begonnen project om in heel Friesland historische interieurs te inventariseren en te documenteren. Vol geestdrift spreekt ze over de ‘vondst’ van prachtige interieurs in boerderijen, een achttiendeeuws tegeltableau, een glazen wand uit de jaren dertig, of oude huizen met nog de originele indeling.

Ambassadeur

,,Vaak hebben wij de rol van ambassadeur’’, zegt Manon Schilder. Zij is masterstudent cultuurwetenschappen en inventarisant voor dit project. ,,Wij weten vaak het verhaal bij bijzondere interieurs, kunnen kennis delen en echt enthousiast zijn over wat wij aantreffen. Wij dragen dit enthousiasme over op de bewoners.’’

De pilot dit jaar in IJlst overtrof de verwachtingen. Aan de hand van monumentenlijsten van rijk en gemeente werden in 58 procent van de panden inderdaad waardevolle interieuronderdelen aangetroffen. ,,Veel inwoners van IJlst zijn zich erg bewust van wat ze in huis hebben'', licht Stuurman toe.

Interieurs verloren

Heel het jaar 2015 is benut om in de gemeente Súdwest-Fryslân, met daarin de rijkdom van de oude steden Sneek, IJlst, Workum, Stavoren, Hindeloopen en Bolsward, de inventarisatie af te ronden. Het contrast kan groot zijn: in Woudsend en Bolsward waren er bijvoorbeeld teleurstellingen. Veel mooie interieurs waren al verloren gegaan.

Zelfs de monumentenstatus is dan geen garantie. Lang niet in alle gevallen is van een als monument aangewezen pand het interieur beschreven en als zodanig beschermd. ,,Vaak zijn er aanwijzingen dat er sprake moet zijn van een bijzonder interieur, maar met name in Woudsend is veel al gesloopt. Dan is het niet meer dan een lege huls’’, constateert Stuurman.

Er zijn veel mooie interieurs verdwenen. ,,De laatste jaren gaat het hard'', zegt Stuurman. Jonge generaties kiezen met passie voor een oud pand in hartje stad, maar ook voor een strak interieur. In die gevallen sneuvelt bijvoorbeeld een oude schouw of een oude bedstede die toch al te klein is voor de tegenwoordige generatie. 

Het monumentenbeleid werkt niet goed, concludeert Stuurman. ,,De overheid trekt zich terug. Nu zie je wat daarvan komt.''

Noodklok luiden

De Ottema-Kingma-Stichting heeft al in 2011 de noodklok geluid met een symposium over ‘Het Friese interieur’. Als antwoord op de vraag ‘hoe kunnen we beschermen als we niet weten wat er is?’, is daarna de Stichting Interieurs in Fryslân opgericht. Deze heeft als doel bewustwording  van en belangstelling voor de waarde van interieurs te bevorderen.

Dat weten is nu de kern. In de gemeente Súdwest-Fryslân zijn ruim tweeduizend panden bezocht. De gastvrijheid is groot. En bewoners zijn hulpvaardig. ,,Dan vinden ze het eigen interieur helemaal niet bijzonder. U moet naar mijn buren gaan, die hebben een prachtig dit en dat. Dat doen we natuurlijk graag’’, zegt Stuurman met een lach.

Vakantiewoningen zijn lastig te inventariseren. En ook bovenwoningen van winkels. ,,De bewoners zijn er vaak niet. Soms kijk ik op een vrije zaterdag.’’

Buiten de monumentenlijsten van rijk en gemeente zijn ook de woningsites Funda en Jaap.nl welkome informatiebronnen. ,,Wij garanderen binnen het inventarisatieproject privacy’’, zegt Stuurman. ,,Mensen zijn heel terughoudend als het om persoonlijke gegevens gaat, maar bij de verkoop van hun woningen komt vaak alles erop.’’

Harlingen in 2016

Begin 2016 begint de inventarisatie in Harlingen. Na Súdwest-Fryslân is het de tweede gemeente die geld uittrekt voor het in kaart brengen van de schatten die achter de voordeur verscholen gaan. Stuurman heeft hoge verwachtingen van de stad die erg rijk is aan monumenten en waar in vorige decennia veel is geïnvesteerd in herstel van monumenten.

Uiteindelijk moet voor het jaar 2018, het jaar van de viering van Culturele Hoofdstad in Fryslân, alles in kaart zijn gebracht. Dan moet er een te raadplegen overzicht zijn van de waardevolle interieurs en dan is het ook tijd voor een verdiepende wetenschappelijke publicatie. Professor Johan de Haan begeleidt dit. Hij is houder van de Ottema-Kingma leerstoel aan de Radboud Universiteit Nijmegen en doet onderzoek naar Friese interieurs.

,,Het zijn oude deuren die we graag open laten gaan’’, licht Manon Schilder toe. Langs digitale weg wordt heel veel informatie opgeslagen. Het gaat om aantekeningen en documenten, maar vooral foto’s. ,,Een foto zegt veel meer dan duizend woorden.’’ Zij is tevreden over de resultaten tot nog toe: ,,Juist door dit onderzoek zijn heel veel deuren open gegaan. Dit is zo waardevol voor de toekomst.’’

Laatst gewijzigd op 09-11-2015 om 22:10 uur