Afvaloven Harlingen: van ’verhulling’ naar dwangsom en onderzoek

De zorgen van omwonenden over de uitstoot van de afvaloven in Harlingen lijken terecht. Het is voor de provincie Fryslân nu ook menens. Eerst een dwangsom van maximaal €615.000 voor Omrin en daaroverheen nu de inschakeling van een expert. Of is er toch vooral 'verhulling'? 

 

Door Karin de Mik

Al jaren is er onrust en de tegenstanders van het eerste uur krijgen nu gelijk. Dat er dioxine ontsnapt uit de pijp van de Reststoffen Energiecentrale (REC) was verwacht. Maar er is alarm nu het in een keer heel veel is.

Er ligt een snoeihard rapport van milieudeskundige Johan Vollenbroek waarover provincie, Omrin en gemeente Harlingen zich buigen. De gebeurtenissen volgen elkaar nu in rap tempo op.

De provincie Fryslân heeft een expert ingeschakeld voor onderzoek bij de afvaloven. De gemeente Harlingen wil versneld om tafel met de aandeelhouders van Omrin. De GGD gaat versneld metertjes uitdelen aan bedrijven onder de rook van de REC. Huisartsen in Harlingen en de dorpen maken zich ongerust over de gezondheid van hun patiënten en roepen het Harlinger gemeentebestuur op tot actie. Ook in Den Haag is er aandacht. Er zijn al kamervragen gesteld.

In 2009 waarschuwden bezorgde inwoners van Harlingen, Midlum en Wynaldum al voor een ,,lastig beheersbaar en oncontroleerbaar” proces van vuilverbranding als er een Reststoffen Energiecentrale (REC) aan de Waddenkunst zou verrijzen. Er zullen dioxines en furanen uit de pijp komen, was de vrees. En onduidelijk is om hoeveel giftige stoffen het gaat.

Angst gesust

De angst werd gesust door bestuurders en politici. Deze REC voldoet aan de strengste wet- en regelgeving, werd er voortdurend gezegd. De GGD en het Rijksinstituut voor Milieu (RIVM) verklaarden in april 2009 dat er geen kans is op uitstoot van gevaarlijke stoffen. Toen al was een groep huisartsen (nu weer) bezorgd. Toen over de uitstoot van bisfenolen. Maar het afval werd op dusdanig hoge temperaturen opgestookt dat ze helemaal werden verbrand, zei de GGD Fryslân. De rookgasreiniging haalt ze er wel uit, klonk het geruststellend.

De gemeente Harlingen bezwoer dat de provincie ,,strenge eisen” stelt aan de REC. Ook commissaris van de koning John Jorritsma wimpelde eventuele gezondheidsrisico’s weg. ,,Over tien jaar loopt iedereen te applaudisseren”, zei hij in een uitzending van Stad Radio Harlingen.

Maar de tegenstanders hielden hun twijfels. In 2009 vroeg de Stichting Afvaloven Nee om een langjarige meting van de gezondheidseffecten door blootstelling aan dioxines en andere zware metalen. Arts en epidemioloog Gea de Meer deed onderzoek. Zij liet weten dat de nieuwe installatie voldoet aan de normen. Met een ,,zeer lage uitstoot aan potentieel schadelijke stoffen”.

Onderzoek bij andere vuilverbranders toonde aan dat er geen verhoogde concentraties dioxines, furanen en zware metalen in bodem, gewassen vetweefsel of moedermelk zaten. Gezondheidseffecten zijn niet aannemelijk. Maar, zo tekende ze erbij aan, hierbij is geen rekening gehouden met ,,eventuele overschrijding van de verwachte uitstoot.”

Angst bewaarheid

En dat is nu juist aan de orde in Harlingen. De jarenlange zorg en angst van omwonenden wordt bewaarheid. In oktober 2015 was er een verhoogde uitstoot aan dioxines bij de afvaloven. Inmiddels was de politiek al deels tegemoet gekomen aan de bezorgde bewoners. In 2014 beloofde Harlingen een groot onderzoek naar de luchtkwaliteit.

Er is een alarmerend rapport van milieukundige Johan Vollenbroek, die ook in de Begeleidingsgroep van de REC zit. Er doemt een onthutsend beeld op: de REC zoekt geen oplossingen, de provincie als toezichthouder houdt zich afzijdig, de communicatie faalt en is defensief of gebrekkig. ,,De provincie is meer bezig met ontkenning en verhulling in plaats van een identificatie van de onderliggende oorzaken van de dioxine-eruptie aan te pakken.” Vollenbroek stelt dat REC noch provincie maatregelen heeft genomen om een nieuwe dioxine-uitstoot te voorkomen.

Spoelprogramma

In zijn rapport gaat hij uitgebreid in op een technisch aspect van de REC, het “spoelprogramma”. Bij een reguliere opstart wordt het doekenfilter vaak niet gebruikt, constateert hij. Gassen en ongereinigd stof worden in dat geval door de pijp naar buiten geblazen. Dat dit gebeurt bij een storing kan, maar niet structureel, oordeelt Vollenbroek. Het spoelprogramma mag, met andere woorden, geen onderdeel zijn van het reguliere verbrandingsproces. Deze “bypass” is mogelijk in strijd is met de Europese en Nederlandse wet- en regelgeving. “Welk protocol is aan dit spoelprogramma gekoppeld”?

Het is onbekend, aldus Vollenbroek, hoeveel dioxine er tijdens deze verscheidene start-ups via het spoelprogramma de lucht in zijn gegaan.

Ook is hij zeer kritisch over de REC-meetapparatuur van vooral zoutzuur. ,,De vraag is of de REC (..) wel voldoet aan de jaargemiddelde eis van 5mg/Nm3.”

Gebrekkige naleving

Al met al adviseert de deskundige om een onafhankelijke instantie onderzoek te laten doen naar de ,,huidige gebrekkige naleving van de voorschriften”. Hij sluit zelfs niet uit dat het aantal storingsuren veel hoger is dan gerapporteerd is. In de pijp moet voor tenminste vijf jaar een structurele meting van dioxines plaatsvinden, is zijn advies.

Vollenbroek neemt geen blad voor de mond: hij verwijt de provincie systematisch een verhullende manier van rapporteren. Hierdoor blijven de burgers verstoken van goede informatie. De weekrapportages van de REC geven alleen ,,schijnzekerheid” en kunnen als ,,misleidend” worden beschouwd.

Het zijn ernstige kwalificaties, maar uit de hoek van de politiek blijft het opvallend stil. Woordvoerder Harco Zwaan van SP-gedeputeerde  Michiel Schrier stelt desgevraagd dat het rapport van Vollenbroek wordt bestudeerd. Binnen een tot twee weken komt er een plan van aanpak.

GGD-arts Frans Duijm verklaart desgevraagd dat het ongewenst is als mensen extra dioxines binnenkrijgen. Toch noemt hij het acute schadelijke effect ervan verwaarloosbaar klein. ,,Het gaat bij dioxines, net als bij andere stoffen om de verhouding tussen wat mensen binnenkrijgen en de hoeveelheid die schadelijk is. De hoeveelheden die de mensen hebben binnengekregen bij de storing van de REC zijn extreem laag. Al ben ik het ermee eens dat herhaling van die uitstoot voorkomen moet worden.”  

Stilleggen van de REC is niet nodig, zegt provinciaal woordvoerder Zwaan. Juridisch kan dit ook niet. Wel heeft de provincie een dwangsom van €615.000 opgelegd aan Omrin. ,,Een fiks bedrag. Als het morgen weer fout gaat, moeten ze betalen”, aldus Zwaan. Het is een sanctie die door Omrin overigens wordt bestreden.

Meters

Inmiddels gaat de GGD Fryslân versneld flexibel inzetbare meters aanbieden aan bedrijven onder de rook van de afvaloven.  Bij een storing zouden werknemers acuut het zoutzuurgehalte in de lucht kunnen meten en beschermende maatregelen kunnen treffen. Welke dat zijn hangt af van het waar ze meten (binnen of buiten) en de aard van het werk.

Huisartsen en apothekers uit de havenstad en omliggende dorpen trokken ook aan de bel. Ze vroegen in een open brief aan het gemeentebestuur om in te grijpen. Het incident met de vergrote dioxine-uitstoot omschrijven ze als “een serieuze calamiteit”. Ze vinden het ,,onacceptabel” dat hun patiënten gezondheidsrisico’s lopen. Huisarts Huisman die van meet af aan al vraagtekens zette bij de REC, eist zelfs tijdelijke sluiting van de oven.

'Vergunning degelijk', zegt Omrin

Directeur John Vernooij van Omrin houdt vol dat de REC het jaarplafond aan dioxines niet heeft overschreden. ,,De reguliere metingen blijven ver onder de vergunde norm en jaarlijks biedt de vergunning ruimte voor 60 storingsuren. De storing van 1 en 2 oktober valt hier onder.'' Van een overschrijding van de vergunning is volgens hem geen sprake.

Volgens Vernooij is de vergunning die REC geeft gekregen ,,degelijk en biedt deze de omgeving zeer veel waarborgen''. Hij wijst erop dat de Raad van State hier hier haar goedkeuring aan heeft gegeven. De provincie is bevoegd gezag bij de vergunning en de Fumo handhaaft. ,,De bevindingen van Vollenbroek conflicteren met de bevindingen van de Raad van State'', stelt Vernooij. Ten slotte wijst hij erop dat de dioxinenorm van REC tien maal strenger is dan van andere ovens in Nederland, bijvoorbeeld EOn in Delfzijl.

De REC heeft volgens Vernooij aan alle vergunningvoorwaarden voldaan. Op een punt ging het mis, erkent hij. ,,We hebben de actiefkooldosering 12 uur niet aangehad en dit bij het daarna aanzetten ook niet gemeld. Dit had niet mogen gebeuren.''

Laatst gewijzigd op 17-02-2016 om 11:22 uur