Wonderbaarlijk herstel kievit door zwarte grond

Zouden alle groene weilanden in Friesland maar zwarte grond zijn. Pas dan gedijt de kievit, ook al heet deze een weidevogel te zijn. Het zwarte land verklaart de wonderbaarlijke opleving van de kievit in 2015.

Door Bert de Jong

Weidevogels kunnen zich in Friesland slechts handhaven in gebieden met agrarisch natuurbeheer. Het gaat om weilanden waar boeren de moeite nemen om goed op de vogels te passen, er zelfs iets extra’s voor te doen. Boeren houden natte percelen aan, stellen het maaien van de percelen uit en ontwikkelen kruidenrijk grasland.

De stand van de weidevogels in gebieden met agrarisch natuurbeheer blijft de laatste jaren nagenoeg stabiel. Dat is winst, want in gebieden met intensief gebruikt boerenland gaat de weidevogelpopulatie elk jaar weer 5 tot 7 procent achteruit. Alle inspanningen ten spijt.

Keer ten goede

Er is een keer ten goede, stelt onderzoeker Ernst Oosterveld van bureau Altenburg en Wymenga. Er is progressie geboekt in de 35.000 hectare aan weilanden met agrarisch natuurbeheer. Over de periode sinds 2000 is er gemiddeld een afname van 2 procent. Maar in de laatste vijf jaar lijkt er stabilisatie te zijn.

De kievit heeft het uitstekend gedaan in 2015. Er is sprake van een wonderbaarlijke opleving van de stand. Er is in de gebieden met agrarisch natuurbeheer een plus van maar liefst 40 procent geteld. De andere weidevogels (grutto, tureluur en scholekster) konden zich met moeite handhaven. 

Muizenplaag

De mogelijke verklaring ligt in het feit dat boeren veel land in het voorjaar hebben omgeploegd. Zo was er in het voorjaar veel meer land kaal of zwart, een ideale biotoop voor de kievit. De voedselrijkdom is er groot. Veel kieviten maken hun nesten op maisland.  

De muizenplaag van 2014/2015 zette veel boeren aan om de landerijen overhoop te halen en opnieuw in te zaaien. Het ging de boeren om nieuw grasgewas, maar de kieviten hebben er bovenmatig van geprofiteerd.

Veel weilanden ongeschikt

Friesland is beroemd om de uitgestrekte weilanden. Daar kunnen koeien en schapen grazen en de weidevogels zich tegoed doen. Het grootste deel van de gruttopopulatie broedt niet voor niets in Friesland.

Maar het grootste deel van dit boerenland is ongeschikt voor weidevogels. De gifgroene greiden worden intensief door de agrariërs gebruikt, er is monocultuur, maar vooral, er zijn weinig insecten en wormpjes. Door diepontwatering zijn er geen greppels vol water. Grazend vee ontbreekt ook.

Bovendien, als de vogels niet slachtoffer worden van het mechanisch geweld van tractoren en landbouwwerktuigen, dan zijn het wel de rovers. Voor vossen en buizerds is het een makkie ze op te sporen. Er is door de weidevogels amper dekking te vinden en vaak zijn ze ook nog eens te klein in aantal om afdoende afweer tegen roofvogels te kunnen bieden.

Inktvlekstrategie

Het succes van agrarisch weidevogelbeheer klinkt de Friese gedeputeerde Johannes Kramer als muziek in de oren: ,,It greidfûgelbehear docht fertuten. Wy moatte hjir mei trochgean en net te beskieden wêze om in elts hjir by te belûken.’’ Hij noemt het de ‘inktvlekstrategie’ waarmee agrarische collectieven de komende jaren gunstige omstandigheden voor weidevogels creëren.

Het rapport is een steun in de rug voor het provinciaal bestuur om te laten zien dat er ook positieve ontwikkelingen zijn te melden. Zeker nu door de Raad van State is verordonneerd dat er geen ontheffing voor het rapen van kievitseieren in Friesland mag worden verleend. De Raad van State vindt het van belang om goed te kijken naar hoe de weidevogelstand zich ontwikkelt.  

Er is gestopt met versnipperd natuurbeheer. Het zijn nu zeven grote agrarische collectieven waar boeren hun best doen om een voor weidevogels ideale biotoop te creëeren. Het lukt met plas-dras-gebieden. Deze trekken als een magneet de grutto, kievit, tureluur en scholekster aan. Kramer: ,,It is goed nijs dat it op dizze wize slagget om in negative trend by te bûgjen. Soks is in boppeslach.’’

Vergoedingen

De provinciale vergoedingen zijn voor de boeren relevant bij de uitvoering van het natuurbeheer. ,,Het demotiveert dat het zo lang duurt eer ze worden betaald. Sommigen wachten nog op het geld uit 2014’’, zegt voorzitter Wilco de Jong namens de agrarische collectieven. Voor de deelnemende boeren is het niet alleen een centenkwestie, bezweert hij. ,,It giet de boeren foaral om wat se moai fine yn harren lân.’’

Laatst gewijzigd op 15-02-2016 om 14:11 uur