Jan de Boer: een vreemde eend die voedselbank schandalig vindt

Jan de Boer is een profeet die stokbrood eet. Zijn Frankrijk noemt hij ,,een prachtig land, maar zonder Fransen''. En wie zegt dat mensen in de bijstand het nog nooit zo goed hebben gehad, ,,die is los van de samenleving''. Met Jan de Boer, nu tachtig, heb je nog altijd rumoer. 

Door André Keikes

Om een rol te spelen in het maatschappelijk debat en op die manier geleidelijk wat te veranderen, moet je weten waar je het over hebt en de juiste kanalen kiezen. Jan de Boer, eind vorige eeuw spraakmakend directeur van de Leeuwarder sociale dienst aan het Vliet, weet hoe je zoiets aanpakt.

Je mening geven in de 21ste eeuw is vaak niet veel meer dan een schorre, digitale kreet. Niet gehinderd door enige kennis, worden via sociale media medemensen afgebrand. Het leidt tot niets anders dan een grimmige samenleving, terwijl het ook anders kan. Jan de Boer, die zijn jongste jaren in Friesland woonde en een nazaat is van wat anarchistisch ingestelde turfarbeiders in het oosten van de provincie, heeft in zijn leven nooit nagelaten constructief mee te denken en te praten over de staat van het land en de wereld. Dat klinkt hoogdravender dan het is. In feite komt het neer op de gedachte: waarom je mond houden als je in een democratie de mogelijkheden aangereikt krijgt om mee te doen en met zielsverwanten het bestaan te verbeteren. Met name armoede, economie en ecologie hadden en hebben zijn aandacht.

In zijn 10 april verschenen boek met herinneringen, ‘Een profeet die stokbrood eet’, schrijft Jan de Boer niet voor niets meteen over de vroege socialist Domela Nieuwenhuis, ‘ús ferlosser’, die nieuwe vormen zocht om mensen in achterstandssituaties vooruit te helpen. En die aanpak werkte, zo richtte De Boer’s grootvader in Grijpskerk samen met anderen een van de eerste ziektekostenverzekeringen op. En zijn vader was de ‘rode dominee’ van Beers. Het verklaart ook enigszins de manier van denken van de man, die na banen op Voorne-Putten, in Rotterdam, Utrecht, Almelo en Ede, in de jaren zeventig en tachtig de sociale dienst in Leeuwarden ging leiden.

Rumoer en discussie

Hij was al eerder opgevallen als een betrokken man met uitgesproken opvattingen. Als je De Boer in huis haalde, dan kreeg je een harde werker met veel ideeën, maar ook rumoer en discussie. Jan de Boer, lang haar, spijkerpak, linkse opvattingen, was de typische activist van die jaren, toen op veel fronten afgerekend werd met ouderwetse regenteske figuren, die het volstrekt normaal vonden onder en boven de wet te leven. 

Als directeur van de sociale dienst heb je natuurlijk niet het laatste woord. De Boer moest, zo schrijft hij, natuurlijk ook wetten en regelingen uitvoeren, waar hij het niet mee eens was, maar zijn positie gaf hem wel de mogelijkheid om kritiek te spuien en met alternatieve voorstellen te komen. Ook toen hij als directeur Dienst Welzijn van de gemeente Leeuwarden te maken kreeg met de bouw van de nieuwe Harmonie, zwembad De Blauwe Golf, de uitbreiding van De Groene Ster en de verbouwing van de Westerkerk. 

Rechtvaardiger wereld

Maar vooral zijn uitgesproken opvattingen over het sociale-zekerheidsbeleid  brachten hem landelijke bekendheid. Hij gaf lezingen in het hele land, schreef opinieartikelen in regionale en landelijke dagbladen en was actief in de Partij van de Arbeid. Eerder stond hij mede aan de wieg van de PSP en de Wereldburgerbeweging. Allemaal in dienst van zijn idealen: een rechtvaardiger wereld, waarin alle  mensen eerlijke kansen moeten krijgen. Dat zijn radicale koers op flinke tegenstand kon rekenen, lag voor de hand, maar De Boer was en is een man met een missie. ‘Het leverde mij – te veel eer overigens – in Friesland de naam de ‘nieuwe Domela Nieuwenhuis’ op’, schrijft hij in zijn boek.

Dat het De Boer menens was, bleek ook toen hij thema’s aansneed die niet meteen goed lagen in de toen nog sociaal links georiënteerde PvdA (‘Jan, Jan, wat doe je nou?’). Hij was bijvoorbeeld een van de eersten die degradatiewoningen voor uitgesproken asociale gezinnen voorstelde en maakte bijstandsfraude bespreekbaar. Vandaag de dag pleit hij meer dan ooit voor het basisinkomen. 

Het gebeurde allemaal vanaf het Leeuwarder Vliet, waar zijn kantoor was. De wereld beschouwen en becommentariëren vanaf een plek midden in een Leeuwarder volksbuurt paste echter goed bij De Boer, die niet alleen van de grote beleidslijnen was, maar met zijn creatieve team ook gewone mensen terzijde stond als zij hem hun zorgen vertelden. Dat konden grote en moeilijke kwesties zijn of juist leuke kleine. Zo bezorgde hij Ismael Kaya, een Koerd met een Turks restaurant in Leeuwarden, de dag van zijn leven door de minister van sociale zaken langs te laten komen om hier te dineren. Dat lukte echter met het nodige geluk.

Jean-Paul Sartre

Jan de Boer was een vreemde eend in Leeuwarden. Hij leefde zijn wonderbare leven als internationaal denkend mens ondanks die plek in een overwegend klein denkende provinciestad, wat wel blijkt uit zijn brede culturele belangstelling, die hem zelfs enige contacten bezorgde met grootheden als filosoof Jean-Paul Sartre, kunstenaar André Breton en schrijver Albert Camus.

In die laatste bewonderde hij diens compromisloze humanisme én zijn zwak voor vrouwen. De gesprekken met Camus waren ook een vorm van herkenning. Mannen met een missie vertrekken in hun leven vanuit een ego, dat vaak maar weinig ruimte laat voor anderen. En dat is niet gemakkelijk voor hun omgeving, of het nu collega’s, vrouwen of kinderen betreft. Ook Jan de Boer heeft het meegemaakt.

Na zijn pensionering in 1994 trok De Boer zich terug in De Corbières in Zuid-Frankrijk. Schrijvend, dichtend, met een goed glas wijn binnen bereik, pratend met zijn nieuwste vrouw, een Française met Andalusische wortels, en kunstenaars, nog immer vervuld van wereldverbeteringsdrang. Als we niet heel snel en drastisch ingrijpen, schrijft hij achterin zijn boek, zal het kapitalisme en de daaruit voortkomende ecologische ramp ons allemaal vernietigen: maar daar had hij veel eerder toch ook al voor gewaarschuwd...

Jan de Boer - Een profeet die stokbrood eet; Uitgeverij Noordboek 200 blz. €19,50; Verschijnt 10 april.