Ets en litho passen in hippe rijtje moestuin en vinylplaat 

Wie zou zo'n vijftien jaar geleden de glorieuze terugkeer van moestuin en vinylplaat hebben voorspeld? Dat moet de hedendaagse grafisch kunstenaars goed doen. Ambachtelijk werken is een mooi antwoord op het teveel aan onpersoonlijke techniek. 

Door André Keikes

We hebben decennia van schaalvergroting achter de rug en als je de politiek en de zakenwereld moet geloven, zal die ontwikkeling ook niet stoppen. Toch zijn er eveneens tegengestelde bewegingen met de wind in de zeilen: zelf taart bakken en wijn maken, breien, je eigen tiny house bouwen, grote groene planten en cactussen kweken, vinylplaten draaien in plaats van voor de digitale wereld van Spotify te kiezen, lekker experimenteren in eigen moestuintjes en ga zo nog maar even door.

De beeldende kunst telt nog steeds heel veel ambachtelijk werkende vakmensen. Er zijn de afgelopen jaren natuurlijk talloze computertechnieken ontwikkeld, met onder meer verfijnde teken- en ontwerpprogramma's, waarmee ook het aantal expressiemogelijkheden enorm toenam, maar een schilderij blijft toch een schilderij en een bronzen beeld wordt nog net zo gemaakt als een eeuw geleden. De grafische kunsten, die van de etsen, steendrukken, hout- en linosneden, maar ook zeefdrukken en droge naalden, ademen misschien wel het meest de sfeer van vroeger. 

Dat is begrijpelijk, want de resultaten komen hierbij tot stand door gebruik te maken van onder meer zware persen met tandraderen, maar ook door tijdrovend en heel minutieus werken met kennis van zaken. Zonder kennis van waslagen en zuurbaden, inkten en coatings, maar ook van de effecten van contrasten en spiegelbeelden, kom je niet ver. Je moet dus wel een beetje of zelfs een heel erge perfectionist zijn om complexere resultaten, bijvoorbeeld in meerdere drukgangen, te bereiken. 

Linosnede

Toch zijn de eerste stappen in de grafische kunst goed te doen en snel gezet. Denk aan de linosnede. Een stukje linoleum en een paar gutsjes volstaan. Dat merkten veel belangstellenden de afgelopen jaren ook als cursist op het Grafisch Atelier Friesland in Leeuwarden. Met de raadgevingen van doorgewinterde grafisch kunstenaars in de buurt, kun je zo de beginselen leren van de fascinerende wereld van lithostenen, etsplaten, zeefdrukramen, stuifkasten, persen en papier.

Maar voor je een stap over de drempel zet in het complex aan de Haniasteeg in Leeuwarden, waar het Grafisch Atelier Friesland terecht kwam, nadat het in 2015 moest verhuizen toen kunstencentrum Parnas de deuren sloot, kun je ook nog even langs Joure rijden. Daar geeft het Fries Grafisch Museum een indruk van de geschiedenis van de (boek)drukkunst met onder meer een werkende, kleine drukkerij en een tentoonstellingsruimte. Ook grafische kunst hoort erbij, maar het Grafisch Atelier in Leeuwarden richt zich puur op kunst.

Opluchting

Die verhuizing van een paar jaar geleden, was wel een moment van opluchting. Even leek het erop dat met de opzegging van de huur van het opgeheven Parnas, waar de grafisch kunstenaars maar liefst zeventien jaar verbleven, het einde nabij was. En dan te bedenken dat het atelier al het resultaat was van een eerdere aderlating. In 1992 werd de Friese kunstacademie Vredeman de Vries opgeheven, waarna de apparatuur, waaronder kostbare persen, ternauwernood voor Leeuwarden behouden konden blijven.

Na het tijdperk in de kelder van Parnas moest dus opnieuw een gevecht geleverd worden.  Vind maar eens een ruimte die aan dezelfde eisen voldoet; met krachtstroom, sterke vloeren voor de zware persen en een afzuiginstallatie voor gassen die vrijkomen bij het werken met etszuren, en dan graag ook nog een beetje centraal in de stad gelegen en niet te duur. Het kwam allemaal goed.

Cultureel kwartier

De Haniahof bleek de haalbare oplossing, al is de ruimte wat kleiner dan de oude, maar de kunstenaars kunnen nu wel mooi werken in een cultureel kwartier in opbouw, om de hoek bij Harmonie, Neushoorn en straks Pathé. Daar vinden ook geregeld kleine exposities plaats van eigen prenten. Een grafisch atelier is niet uniek voor een stad als Leeuwarden, maar de Friese variant is wel opmerkelijk geliefd bij jongere kunstenaars, wat elders niet altijd het geval is. Hier dus niet alleen mannen met veel ervaring, maar ook verse kunstenaars, aan het begin van hun loopbaan, vol nieuwe plannen.

Misschien verklaart dat mede waarom het Leeuwarder atelier ook zo actief is buiten het eigen gebouw. In de afgelopen jaren werden onder meer verschillende Miniprent-biënnales georganiseerd, waar klein grafisch werk verkocht wordt voor heel betaalbare prijzen, konden belangstellenden de grafici aan het werk zien op festivals, waaronder Welcome to the Village, Explore the North en Simmerdeis, en onlangs nog waren atelierleden actief op de derde verdieping van het Fries Museum. Allemaal ter promotie van het prachtige vak.

Off-key in De Lawei

Van 15 oktober tot en met zondag 3 december is recent werk van de beeldend kunstenaars van het Grafisch Atelier Friesland te zien in de bekende expositieruimte van theater De Lawei in Drachten, onder de titel Off-key, een muziekterm die refereert aan contrasten. En dat past dus uitstekend bij de drukkunst, waar het zwartste zwart en het witste wit vaak zo'n grote rol spelen, maar ook vlakken, diepte en tegenstellingen. De titel lezen als de uit-knop van de computer is natuurlijk eveneens heel goed mogelijk.

Deelnemende kunstenaars zijn bekende namen uit het Friese kunstwereldje: Mark Algra, Dik Hageman, Erik Mol, Saskia van Montfort, Herman Noordermeer, Pieter Ploeger, Anke van Westerlaak en José Witteveen. Zaterdag 18 november verzorgt kunsthistorica Renske Bakker een lezing waarin belangstellenden meegenomen worden in de wereld van grafische kunst door de eeuwen heen.

Laatst gewijzigd op 10-10-2017 om 20:19 uur