Fries voorbeeld om boeren te veranderen en te behouden

Haags denken is heel wat anders dan doen met Fries boerenverstand. De kloof is groot, en in Fryslân zijn ze beducht voor “Brabantse toestanden”. Het maatschappelijk debat over landschap en bodemgebruik wordt in volle hevigheid gevoerd. De ogen zijn gericht op Fryslân.

Door Bert de Jong

De boer is onmisbaar voor het landschap dat van iedereen is. Politici en bestuurders putten zich uit om de duizenden boeren te betrekken in het maatschappelijk debat. Het kost moeite, er moeten veel bruggen worden geslagen, want “it is maklik praten oer in oar syn grûn’’, zoals melkveehouder en oud-boerenbestuurder Geert Kooistra het kernachtig formuleert.

Het kapitaal van veel melkveehouders en akkerbouwers is ook maatschappelijk bezit, beklemtoont professor Cees Veerman, ook akkerbouwer, oud-minister van landbouw en nog steeds prominent CDA’er. Hij is een man van duidelijke taal, zonder omhaal. Duurzaam? “We moeten gewoon zuinig zijn met wat we hebben. Een derde van ons voedsel verspillen we.”

De Nederlandse boeren die als opdracht hebben om de wereld te voeden? Grote zuivelconcerns als Friesland Campina willen het graag doen geloven. Maar Veerman maakte korte metten: “Laten we het in de juiste proporties blijven zien. We leveren een bijdrage aan de voedselproductie.” Hij wijst op de keerzijde. “De functie van landschap en natuur is in dertig jaar tijd uit het zicht geraakt.’’

Uit cocon

De zorg van Veerman is de benutting van de bodem. De grenzen zijn bereikt, is zijn waarschuwing. “Het is een issue van het allergrootste belang.’’ Zijn pleidooi is grondgebonden agrarisch gebruik met respect voor de natuur. “Daar ligt de oplossing.’’ De boeren willen wel, verkondigt de oud-bewindsman. “De idealen voor de boeren moeten weer leven. Help ze om uit hun cocon te komen.’’

Toeval bestaat niet. Het is ook waar de Friese gedeputeerde Johannes Kramer al veel langer voor pleit. Hij gelooft in een duurzame landbouw die grondgebonden is. Dat treft, want in Fryslân zijn er nog genoeg hectares beschikbaar voor de agrarische sector. Maar er zijn veranderingen nodig om de sterke positie van de landbouw te kunnen behouden. Zoals het was, zal het in de toekomst niet meer kunnen zijn.

Kramer is niet zonder zorgen, want hij vreest “dat we in schuttersputjes tegenover elkaar komen te staan’’. Daarom het initiatief van de provincie voor een Landbouwcongres 2018 in Heerenveen op 14 maart 2018. “Het moet van onderop. Alleen ga je sneller, maar samen kom je verder. We willen opbouwen.’’

Aanpak minister 

Ook de nieuwe landbouwminister Carola Schouten pakt door. Boeren krijgen een nieuw perspectief voor de productie van gezond voedsel in Nederland. Voor het eind van de maand ligt er een brief van haar bij de Tweede Kamer over de bodembenutting. “De opgave is urgent’’, zegt haar topambtenaar Rob van Brouwershaven. Fryslân is voor Den Haag een voorbeeld als het gaat om nieuwe wegen die kunnen worden ingeslagen.

Er is een wenkend perspectief voor een provincie die binnen tien jaar koploper is in duurzame zuivel met in de Haagse visie “grand cru producten’’. Pure zuivel uit kruidenrijke weilanden zoals melk en karnemelk van Weideweelde of kaas van De Frysker zijn voorbeelden. Of de ontwikkeling van een eigen Friese baktarwe, zodat Friese bakkers ook echt een eigen Fryske bôle uit de oven kunnen halen. Het initiatief van Koopmans Koninklijke Meelfabrieken, graanhandel Hoogland, akkerbouwer Jensma en Stichting Veldleeuwerik maakte mogelijk wat een eeuw lang als onmogelijk werd afgedaan.

Voor de intensieve veehouderij pakken de donkere wolken zich samen. Veerman vindt dat intensief boeren een te groot offer vraagt van de bodem. Hij wijst ook op het feit dat de “maatschappelijke aanvaardbaarheid afbrokkelt”, ook vanwege de geur- en stankoverlast. Zijn conclusie: “Het houdt een keer op.’’

Veranderen

“We gaan met elkaar veranderen’’, weet gedeputeerde Kramer zeker. “Uiteindelijk bepaalt de maatschappij welke landbouw we willen hebben.’’ Hij acht de boeren in staat om een groot deel van de oplossingen aan te dragen. Daarvoor heeft hij de Friese boerenstand al in zijn armen gesloten: “Willen we een leefbaar platteland houden, dan is de boer onmisbaar.’’ Met landbouwdeals over biodiversiteit, bodemgebruik en onderwijs zijn de gelederen gesloten om gezamenlijk tot oplossingen te komen.

De pijn van alle vraagstukken wordt niettemin voor een groot deel bij de boeren neergelegd. Onterecht, vindt melkveehouder Broer Roorda uit Reduzum. Hij gaf zijn gemoed de vrije loop. “Ik heb er soms helemaal genoeg van. Is er nog toekomst voor mij?’’

Laatst gewijzigd op 14-03-2018 om 20:02 uur