Waterpeil omhoog voor redden van het Friese veen

Fryslân zakt en daarom gaan de lage waterpeilen in de polders omhoog. In de jaren 2020 tot 2030 worden er miljoenen euro gestoken in behoud van het bedreigde Friese veenweidegebied.

Door Bert de Jong

Van het Friese veenweidegebied blijft steeds minder over. De schatting is dat in een halve eeuw tijd een kwart van het veen verloren is gegaan. Het proces gaat nog een tijd door: uiteindelijk kan de helft van de veenweiden nog behouden blijven. Oxidatie en klink zijn de boosdoeners. Los van het verdwijnen van het veen, heeft de oxidatie ook uitstoot van broeikasgassen tot gevolg. Het is geen kattenpis: het is vergelijkbaar met de uitstoot van 2 miljoen auto’s.

Door peilverlaging komt veen droog te staan, terwijl het in zijn pure vorm eigenlijk een soort spons is die is volgezogen met water. Sloten die tot aan de rand vol staan met water houden de spons in stand. Maar boeren prefereren een peil van minstens 60 centimeter beneden het maaiveld.  Daardoor komt er lucht bij het veen en verteert dit met de oxidatie als gevolg. Zo zakt het land telkens verder weg, ieder jaar een centimeter, blijkt uit onderzoek van Alterra.

De Veenpolder van Echten illustreert de ernst. In het gebied is in 2001 officieel de ruilverkaveling afgerond. Veel van het veen is inmiddels verdwenen. Of het contrast in de nabij gelegen Grote Veenpolder bij Munnekeburen. De peilen in het veeteeltgebied liggen zo’n twee meter dieper dan in het naburige natuurgebied Rottige Meenthe, daar waar het veen en het moeras nog kunnen gedijen.

Zorgen

Voor het provinciaal bestuur van Fryslân zijn er al langer zorgen. Diepontwatering is een zegen voor de boeren, maar heeft onvermoede consequenties voor natuur en milieu en ook voor burgers. In de Friese veenweidevisie ligt een groot accent op de landbouwkundige functie. Provinciale Staten hebben aangegeven daarin meer balans te willen.

De in 2015 door Provinciale Staten geaccordeerde Friese veenweidevisie was bedoeld voor een ommekeer. Maar begin 2018 hebben Provinciale Staten de druk verhoogd. “De landbouwfunctie wordt alleen beschermd, natuur en milieu niet. Daar moet evenwicht in komen”, vindt statenlid Retze van der Honing van GrienLinks.

De statenfracties van PvdA, GrienLinks, ChristenUnie, D66, Partij voor de Dieren en 50Plus hebben met een groot deltaplan voor het Friese veenweidegebied het onderwerp opnieuw op de politieke agenda geplaatst. De oppositie in Provinciale Staten heeft het initiatief genomen om haast te maken. De partijen willen dat het waterpeil in het veenweidegebied versneld omhoog wordt gebracht. Het is onontkoombaar, is de conclusie van PvdA-statenlid Hetty Janssen. “De biodiversiteit holt achteruit.’’

Actie

Het is de aanzet tot kordate actie bij provinciebestuur en Wetterskip Fryslân. Langer wachten kan niet, zoveel is duidelijk. Voor vier tot zes kansrijke gebieden van totaal circa 10.000 hectare komt er een gebiedsgerichte aanpak. In deze gebieden wordt extra ingezet op het behoud van veen en de karakteristieke veenweidewaarden. Met het oog op de verkiezingen voor Provinciale Staten in het voorjaar van 2019 is de veenweideproblematiek een gevoelig punt.

Het doel van de aanpak is het combineren van duurzame landbouw, natuur en water in het veenweidegebied. De inzet is verhoging van de lage waterpeilen. Dit vertraagt de bodemdaling en vermindert de uitstoot van broeikasgassen. De provincie vindt het behoud van de economische vitaliteit in het landelijk gebied door duurzame rendabele verdienmodellen belangrijk. Deze ambitie wil de provincie realiseren samen met het Rijk, Wetterskip Fryslân, de gemeenten, landbouw- en natuurorganisaties.

Per saldo wordt het een investering vanuit de regio van 25 miljoen euro in het veenweidegebied voor de periode 2020-2030. Zo willen de provincie Fryslân en Wetterskip Fryslân de doelstellingen op het gebied van klimaat, vitaal platteland en duurzame landbouw realiseren. Jaarlijks levert de provincie Fryslân een bijdrage van 1,25 miljoen euro. Wetterskip Fryslân behandelt binnenkort de aanpak voor het uitvoeringsprogramma 2020-2030 en het voorstel om ook jaarlijks 1,25 miljoen euro beschikbaar te stellen. Ook vanuit de gemeenten en betrokken landbouw, natuur- en milieuorganisaties verwacht de provincie bijdragen in de vorm van inzet, aanpassingen in de bedrijfsvoering en/of financiële middelen.

Kentering

Pas de laatste jaren is er een kentering in het denken. Niet alleen de landbouwfunctie is van belang. De provincie heeft in de in 2015 vastgestelde  Veenweidevisie ook andere accenten gegeven. Om het veenweidelandschap voor de toekomst te behouden, maar ook om de boeren mee te krijgen voor innovaties en meer biodiversiteit. Het is echter een traag proces. De tegenkrachten uit de landbouwsector zijn groot.

Tot 2020 wordt er al 7,8 miljoen euro geïnvesteerd in ontwikkeling van veenweidegebied. Een hoger waterpeil is essentieel. Het project in het veenweidegebied Aldeboarn-De Deelen geldt als voorbeeld. Daar zijn boeren en burgers in gesprek over oplossingen.

Het in de zomer van 2017 verschenen rapport Romsicht geeft een brede kijk op wat de problemen zijn en wat er moet gebeuren. De mogelijkheden voor beter bodembeheer en flexibel waterpeilbeheer zijn verkend en tegelijk is er een inventarisatie gemaakt van de struikelblokken. 

Kansrijk

Het gebied Aldeboarn-De Deelen wordt beschouwd als een van de kansrijke streken voor experimenten die uiteindelijk veel breder kunnen worden opgezet om een groot deel van het Friese veenweidegebied te kunnen behouden, de biodiversiteit te verhogen en de uitstoot van CO2 door veenoxidatie terug te dringen.

Maar er gebeurt ook iets anders. Agrariërs hebben zich in het gebied Aldeboarn-De Deelen verenigd in gebiedscoöperatie It Lege Midden. Sinds 2015 zet deze zich in voor agrarisch natuurbeheer. It Lege Midden verenigt boeren met gezamenlijk 3700 hectare land. De coöperatie is er niet alleen voor de boeren, maar ook voor de burgers. De ambitie is om een maatschappelijke, verbindende rol te hebben.

Het kan anders, blijkt uit het rapport Romsicht. In kleine stapjes kan het waterpeil in de polders omhoog. Het lijkt een overzichtelijke ingreep, maar het is toch ingewikkelder, zo blijkt uit de uitgevoerde verkenning. Niet alle gevolgen zijn te overzien en duidelijk is dat het voor sommige boeren lastiger wordt om het land te bewerken. Onmogelijk is het niet. Het slootwaterpeil staat nu ’s zomers 60 centimeter onder het maaiveld en ’s winters zelfs 90 centimeter. Er zijn elders in het land polders waar de sloten echt vol staan.

Het draagvlak bij boeren om mee te doen bij de aanpak van de veenweideproblematiek moet nog groeien. Er wordt veel extra onderzoek gevraagd. Agrarische belangenorganisaties als LTO, NMV, Vereniging Polderbelangen en Friesch Grondbezit vinden het onjuist om versneld tot maatregelen te komen, zonder de resultaten van lopend onderzoek af te wachten. Er ligt een groot vraagstuk: hoe kan de agrarische sector op veengrond toegroeien naar duurzaam en maatschappelijk verantwoord ondernemen met behoud van economische rentabiliteit?

Compensatie

Aan het eind van het liedje gaat het om geld, heel veel geld. Net als bij de oplossingen voor de aardbevingsschade in Groningen vraagt ook de veenweideproblematiek miljarden euro’s. Boeren willen compensatie, met geld of met land. Het moet een rijk gevulde gereedschapskist zijn, staat in het rapport Romsicht.

Laatst gewijzigd op 15-05-2018 om 19:00 uur