Foto: Zuivelfabriek De Goede Verwachting Workum

Zuiveloproer om ‘ús fabryk’

Na het veenoproer horen de zuivelstakingen in Fryslân in de twintigste eeuw tot de meest in het oog springende acties van arbeiders. Was het niet om de poen, dan was het wel om het behoud van ‘ús fabryk’. Fusies in de zuivel hebben tot veel pijn geleid, constateert Harry Vellenga in zijn boek. Imponerend was de slag tussen boeren en stakers bij café Spoarsicht in Workum. 

Door Bert de Jong

Ontwrichtend is het. De zuivelindustrie in ons land wordt op een nieuwe leest geschoeid aan het eind van de twintigste eeuw. Honderd jaar lang is gebouwd aan een keten van zuivelfabrieken die aan de melk van de boeren de hoogst mogelijke waarde zou toevoegen. Een rigoureus plan uit 1987 is het begin voor één zuivelonderneming en één boerencoöperatie.

Vakbondsbestuurder Harry Vellenga heeft het van nabij meegemaakt. Stakingen om ‘ús fabryk’, banenverlies door reorganisaties, knallende strijd tussen boeren en arbeiders en moeizame onderhandelingen aan bestuurstafels, het zijn in die jaren de ingrediënten voor een niet te stoppen drama.

De intrigerende gebeurtenissen van toen sporen Harry Vellenga pas veel later aan tot een zoektocht om ze ook te kunnen begrijpen. De hoofdrolspelers uit die roerige jaren heeft hij opnieuw gesproken, van kaasmaker tot zuivelbons. Maar al te graag hebben ze hun waarheid verteld. Het boek ‘In de melk brokkelen’, een fusiegeschiedenis in de zuivelindustrie' is het resultaat.  

Terugblik

Het is voor Harry Vellenga naar eigen zeggen een mooie manier om terug te blikken op zijn actieve vakbondsjaren. Toen stond hij op de barricaden voor de zuivelwerknemers, nu heeft hij ook inzicht in wat de zuivelbonzen zoal bekokstoofden. De schrijver noemt het in zijn boek een ontdekkingsreis naar oorzaken en gevolgen.

Twintig jaar lang heeft Vellenga als vakbondsman gesproken met mensen die in de zuivelsector actief waren. Bij het begin in 1996 kookt het al flink in de zuivelsector. Het verlangen naar eenheid is groot, maar niemand die er echt zijn best voor doet. Van de oorspronkelijke idealen van zuivelpioniers als Riemer Veeman en de baron Theo Rengers van Welderen een eeuw eerder wordt weinig meer in praktijk gebracht.

Honderd coöperaties

In een eeuw tijd hebben boeren in Fryslân meer dan honderd zuivelcoöperaties opgericht om er zo voor te zorgen dat hun melk de hoogste waarde zou opbrengen met producten als kaas, boter en yoghurt. Talloze fusies zijn de volgende stappen geweest en uiteindelijk is er één zuivelcoöperatie over: FrieslandCampina.

De impact van al die fusies en uiteindelijk de vorming van zuivelreus FrieslandCampina is voor de werknemers en de boeren groot geweest, concludeert Vellenga. “It liket soms oars, mar de boeren en arbeiders ha altyd hiel ticht byinoar stien as it giet om ús fabryk.”

Belegering

De belegering van Spoarsicht in Workum markeert in het jaar 2002 in vele opzichten de definitieve omslag. De verhoudingen staan op scherp, zowel boeren als arbeiders hebben ‘ús fabryk’ verloren. Ook de vrije coöperatie De Goede Verwachting in Workum heeft haar zelfstandigheid prijsgegeven en sindsdien is er aansturing met marsorders vanuit het hoofdkantoor van Friesland Dairy Foods in Meppel. Dit doet pijn.

Voor zuivelarbeiders is melk het wapen, telkens opnieuw. Als de kostbare witte vloed niet tijdig verwerkt kan worden, gaat er veel boerengeld verloren. Het gaat soms hard tegen hard, maar de kaas- en botermakers hebben zo in een eeuw zuivelhistorie heel wat successen geboekt.

Totdat een ander wapen wordt ingezet: de trekkers. Met de belegering van vakbondsbolwerken in 2002 wordt de macht van de zuivelarbeiders gebroken. De emoties lopen hoog op bij café Spoarsicht in Workum. Boeren, daartoe aangezet door de directie van zuivelcoöperatie Friesland Campina, barricaderen het onderkomen van de stakers. Kastelein Karel de Vries wordt het bang te moede: hij overweegt zijn zaak te sluiten.

Melktanks vol

“De melktanks sitte allegearre hielendal fol”, luidt de waarschuwing van Tiede van der Velde, de hoogste baas van de Workumer fabriek als de staking in de zondagnacht van 9 juni 2002 begint. Een ieder voelt dan al spanning, dit is geen gewoon arbeidsconflict. Dit is een strijd om macht en prestige.

Het wordt een heuse slag van Spoarsicht. Boze boeren staan trekkers op de stoep van het café en zoeken de stakers op om verhaal te halen. Dat ze staken is nog tot daaraan toe, maar “molke yn de sleat kostet mear as dat tientsje dêr’t de wurknimmers foar stake”. Melkveehouder Henri Bijsterbosch wurmt zich in het café op zoek naar de stakingsleiders. Als hij die in het vizier krijgt, volgt er een wilde achtervolging. 

Het is heisa met grote woorden en veel gevloek. Stakingsleider Tjeerd Postma spreekt verzoenende woorden, maar daar hebben de boeren geen boodschap aan. Het dreigement is niet mals: als de melk niet wordt opgehaald breekt een boer hem “persoonlijk de poten”.

Breekijzer

André Olijslager, de hoogste baas van Friesland Dairy Foods, krijgt zijn zin. De staking wordt afgeblazen. Zijn onverzettelijke opstelling om de macht van de vakbonden te breken, betaalt zich uit. Olijslager heeft de boeren daarbij als breekijzer gebruikt. De lont komt in het kruitvat, als vanuit het hoofdkantoor in Meppel wordt afgekondigd dat de melk niet meer wordt opgehaald bij de boeren. Er is geen enkel beletsel om het wel te doen, want in plaats van kaas kan er poeder van worden gemaakt.

Maar dat weten de boeren rond Workum dan nog niet. Later wel. De sfeer is dan ook om te snijden als na een maand tweeduizend melkveehouders in Leeuwarden bijeenkomen. “Do hast my brûkt”, briest een boer tot de top van het zuivelconcern.

Bolwerk van onrust

De zuivel is heel lang een bolwerk van onrust. De belegering van Spoarsicht en de trekkerblokkade van het CNV-kantoor in Drachten vloeien voort uit ongenoegen en frustratie dat al veel langer bestaat. Decennia lang wordt er door directies, bestuurders en boeren gesproken over en gewerkt aan fusies van zuivelcoöperaties. Maar het is een gebed zonder eind.

Ook het plan van de zuiveltitanen Marcus Beetstra en Rinse Zijlstra uit 1987 voor één zuivelcoöperatie blijft lang in de la. Ondertussen is het sukkelen met de melkprijs (rond 35 eurocent voor een liter) en gaan melkveehouders gebukt onder de gevolgen van de ingevoerde melkquotering. De druk om iets te doen en de impasse te doorbreken wordt steeds groter. 

Uiteindelijk lukt het om in stappen bij elkaar te komen. De zuivelreus FrieslandCampina is daarvan in 2007 het resultaat. Vellenga beschrijft in ‘In de melk brokkelen’ langs welke moeizame weg het is gegaan met mensen vol achterdocht als hoofdrolspelers. Hij ziet nu ook welke machtsspelletjes er zijn gespeeld. hoe er in deze processen mensen zijn geslachtofferd en hoe de verhoudingen ingrijpend zijn veranderd. In dertig jaar tijd is de melkprijs voor de boeren niet verbeterd, het loon van de kaasmaker verdubbeld en is “ús fabryk’ slechts herinnering.  

Laatst gewijzigd op 29-11-2019 om 17:27 uur