Natuurinclusieve landbouw als verwaarloosde waarheid

Het grootste gevaar voor de landbouw is de tweedeling onder de boeren zelf. Professor Jan Douwe van der Ploeg waarschuwt bij zijn afscheid van Wageningen Universiteit. 

Door Nico Hylkema

De toekomst is aan de echte natuurinclusieve boeren, stelt hoogleraar transitie Jan Douwe van der Ploeg. Maar er dreigen gevaren, vooral van de kant van de ondernemerboeren, waarschuwt hij. 

In zijn lange carrière heeft Van der Ploeg niet nagelaten de vinger op de zere plek in de landbouw te leggen. Maar waar hij vroeger waarschuwde voor de invloed van buiten de landbouw, de banken en de overheid, ziet hij nu de bedreiging in de tweedeling in de landbouw.

De natuurinclusieve boeren zijn sterk afhankelijk van natuurlijke bronnen, van gezonde grond waar ze het eigen voer voor hun vee kunnen verbouwen. En dit zonder kaalslag en zonder zichzelf diep in de schulden te steken.

Heel anders ligt het bij de zogeheten ondernemerboeren. De laatsten zijn veel meer manager dan boer en sterk afhankelijk van kapitaal in plaats van natuurlijke bronnen. Volgens Van der Ploeg vormen zij een minderheid, maar hebben ze wel een crisis veroorzaakt, die wordt afgewenteld op de echte boeren en kleinere familiebedrijven.

Explosie

De explosie van de melkproductie na de afschaffing van het melkquotum en daarmee een nieuw mestoverschot door de melkveehouderij, is volgens Van der Ploeg vooral veroorzaakt door de ondernemers en veel minder door de natuurinclusieve boeren. Hij ziet evenwel nog te weinig van zijn boodschap terug in beleid bij de overheid en de boerenorganisatie LTO.

Hij wijst erop dat de echte boeren de crisis van lage melkprijzen onder andere door het loslaten van het melkquotum veel beter doorstaan dan de ondernemers die de klappen van de financiële gevolgen veel slechter kunnen opvangen. Wereldwijd doen de echte boeren het wat dit betreft beter dan de ondernemerboeren.

Draagvlak

Maar onderwijl worden de natuurinclusieve boeren wel bedreigd door de ondernemerboeren. Die willen vooral produceren met kapitaal en veel minder met natuur, maar doen wel een flinke aanslag op de beschikbare natuur. En daarmee op het draagvlak onder de bevolking.

Toch heeft de hoogleraar er vertrouwen in dat de toekomst aan de natuurinclusieve boer is. Hij zal evenwel niet meer de ondersteunende onderzoeker vanuit Wageningen zijn, die de processen beschrijft. Vaak tegen de stroom in.

Zijn afscheid was druk bezocht, ook door boeren waar hij mee heeft samengewerkt. Die zullen hem nog missen. Al zei hij toe niet helemaal naar de achtergrond te verdwijnen.

Laatst gewijzigd op 27-01-2017 om 08:58 uur