Pronken met schilders Krikke, ’cultureel cadeau Heerenveen’

Schilder Klaas Krikke had het echt in de vingers. Veel van zijn werk is in bezit van Museum Heerenveen, maar verborgen in depot. Nu is er een expositie, zodat een ieder kan zien welk ,,groot cultureel cadeau'' aan Heerenveen is geschonken.

Door Marita de Jong

Klaas Krikke (1847-1923) was huisschilder in Heerenveen. Hij had een eenmanszaak aan de Dracht. Daarnaast had hij artistieke aspiraties. Hij bezocht musea en trok er geregeld op uit. Zijn indrukken legde hij vast in schetsboekjes. Thuis op zijn atelier, gewoon een kamer van de woning, werkte hij die uit. Zoon Wigle (1886-1968) trad in zijn voetsporen. Van vader en zoon is nog tot en met 10 juni een tentoonstelling te zien in Museum Heerenveen.

Museum Heerenveen heeft een grote collectie werk van de beide Heerenveners. Hoog tijd om die aan het publiek te tonen, vindt directeur Linda Trip.  ,,Er zijn al een paar keer exposities over de Krikke’s geweest, maar daar hing veelal werk van particulieren. Onze collectie stond in het depot en wij vonden LF2018 een ideale gelegenheid om die te laten zien. We willen pronken met de eigen Krikke’s. Van de 143 werken die het museum bezit zijn er maar liefst 128 te zien.’’

Het toeval wilde dat vormgever Jurgen Jasper uit Wijchen, al sinds eind 2016 met een plan rondliep om een boek over de Krikke’s te maken. Hij was een paar jaar eerder in contact gekomen met hun werk, toen hij op zoek was naar oude foto’s van de Molenwijk en ‘t Meer waar zijn pake ooit woonde. ,,Als kunstliefhebber viel ik voor die charmante schilderijen en ging op zoek naar een boek over de schilders. Dat was er niet. Alleen in Vereeuwigd, een jubileumuitgave van toen nog Museum Willem van Haren, die bij mijn ouders in de kast stond, vond ik zes afbeeldingen.’’

Een modernistisch type

Jasper had geregeld overleg met kunstschilder Sjoerd de Vries, ook een liefhebber van het werk van de Heerenveners. ,,We kenden elkaar al langer en ik vond het interessant om te vernemen hoe hij er tegenaan keek.’’ De Vries was in de jaren tachtig al door zijn goede vriend, kunstverzamelaar Thom Mercuur op het spoor van de Krikke’s gezet. De Vries: ,,Ik dacht meteen toen ik de schilderijen van Klaas zag: wat een modernistisch type. Hij had het echt in de vingers - net mear en net minder’’.

Ze bespraken hun plan met Trip en die had er wel oren naar. Jasper had intussen, in het kader van LF2018, subsidie van de gemeente Heerenveen gekregen voor zijn uitgave. Trip vond de expositie heel goed passen in het programma van de Culturele Hoofdstad omdat het begrip Mienskip, één van de centrale thema’s, zeker ook van toepassing is op deze schilders. In 1840 een paar jaar voordat Klaas het levenslicht zag, woonden er 2244 inwoners in de kern van de plaats, verdeeld over 368 huizen. Trip: ,,Het ligt voor de hand dat iedereen, iedereen kende in het Heerenveen van die tijd. Als ondernemers kwamen de Krikke’s bij veel mensen over de vloer. En wat belangrijker is: ze legden hun leefomgeving vast. Niet alleen kunsthistorisch interessant,  maar ook vanuit topografisch en historisch perspectief.’’

Huisschilders genoten in die tijd een andere opleiding dan vandaag. Tekentechnieken maakten daar deel van uit. Die hadden ze nodig omdat ze in staat moesten zijn om tafereeltjes te kunnen schilderen en te kunnen marmeren en houten, een ouderwetse techniek omdat sommige marmer- en houtsoorten te duur waren en er daarom gekozen werd voor imitatie. Trip: ,,De opleiding raakte aan die van de kunstschilder. Ze leerden over kleur- en vormgebruik en vooral goed te kijken.’’

Schetsboekje

Klaas wandelde veel in en rond Heerenveen en had dan een altijd een schetsboekje bij zich. Een aantal daarvan is bewaard gebleven. Thuis werkte hij deze voorstudies uit. Zijn composities zijn bijna altijd op dezelfde manier opgebouwd. Hij hield de horizon bij voorkeur laag, zodat hij zich kon uitleven in het schilderen van wolkenluchten of boompartijen. Beide mannen hadden moeite met het schilderen van mensen. Trip: ,,Ze hebben het wel geprobeerd maar het blijven aandoenlijke pogingen. Al die stadsgezichten zijn uitgestorven, er is geen bedrijvigheid terwijl het klaarlichte dag is en er café’s, bedrijven en winkels op staan.’’

De tentoonstelling is ingedeeld op drager: werken op karton, op doek en op papier. Voor de winterlandschappen is een uitzondering gemaakt. Daar zijn er veel van. Trip: ,, In de winter was er minder werk en daardoor was er meer tijd om er op uit te trekken. Daar zijn er heel veel van en daarom hebben we ze een aparte plek gegeven.’’

Vader Krikke bezocht ook met enige regelmaat het Rijks- of Stedelijk Museum in Amsterdam. Trip: ,,Als hij dan terugkwam experimenteerde hij wel met stillevens. Op de tentoonstelling is een schetsje te zien van een stilleven met fruit.’’ Op de expositie hangt tevens een fraaie foto van de beroemde fotograaf Roche le Busé waarop vader Klaas vereeuwigd is als kunstschilder, compleet met palet en ezel. 

Bovenmatig talent

Dagboeken of brieven zijn niet bewaard gebleven. De verhalen komen van nazaten van de amateurschilders. Zo vertelde een kleindochter van Wigle dat haar pake, die aan de Badweg woonde, achter in zijn tuin een huisje had waar hij heel vaak zat te tekenen. Jasper: ,,Daaruit kan je volgens mij wel concluderen, dat óók hij behoorlijk fanatiek was.’’  Wigle werkte vooral op klein formaat. Er is op de tentoonstelling onder andere een serie briefkaarten te zien, die hij beschilderde. Hij kopieerde ook wel werk van zijn vader, maar wel op zijn eigen, naïeve manier.

Je kunt volgens Trip wel constateren, dat vader Klaas meer talent had dan zoon Wiggele. Dat is Jasper met haar eens. ,,Klaas heeft duidelijk een eigen toets en signatuur.’’ De Vries noemt Klaas Krikke een echte kunstenaar. ,,In dat genre is hij een uitzondering, een bovenmatig talent. Je kunt aan zijn werk zien dat hij wist wat moderne kunst was. Het enige wat hij niet kon, was mensen schilderen. Dat kon Jentsje van der Sloot, ook een zondagsschilder, veel beter.’’

De Vries vindt het jammer dat voor het werk van Krikke in Museum Heerenveen niet meer ruimte is vrijgemaakt om het permanent te tonen. ,,De schilderijen van Krikke zijn belangrijker en interessanter dan bijvoorbeeld de maquette. Wigle heeft de gemeente Heerenveen een groot cultureel cadeau gegeven, dat naar mijn idee een eigen plek verdient. ‘’

Dankzij de expositie is Museum Heerenveen inmiddels weer twee Krikke’s rijker. Die zijn onlangs door particulieren geschonken. Trip is er blij mee. ,,Het gaat om twee olieverven op paneel. Een stilleven met fruit van Klaas en Gezicht op Oranjestein van zoon Wigle. Een prachtige aanvulling op onze collectie.’’

Laatst gewijzigd op 17-04-2018 om 10:44 uur