Pasen: veelvreterij met eieren en 30 liter bier

Tijdens de paasdagen eten we in ons land zo'n 32 miljoen eieren. Voor ieder twee zeg maar. De Grouster dominee Joost Hiddes Halbertsma ontpopte zich in de negentiende eeuw tot landelijk kenner van paaseieren. Veelvreterij met Pasen, hij rilde ervan.

Door De Redactie

Een echte baas verstouwde op Eerste Paasdag maar liefst vijftig hardgekookte eieren. Met en zonder schaal. Sterke verhalen, maar dankzij Joost Hiddes Halbertsma opgetekend.

Joost Hiddes Halbertsma, zoon van de bakker van Grou, belandde als dominee via Bolsward in Deventer. Daar bekwaamde hij zich in de geschiedenis van volksgebruiken. De feestdis met Pasen was er onderdeel van. 

Halbertsma sprak van ‘obligaat-eters’ die gemakkelijk dertig eieren op een dag aten. ‘Ja, van een armmeester, die er vijftig oppeuzelde, nadat hij eerst de potjebeuling en 't pekelvleesch aangesproken had’.

Ontdekken

Op 12 december 1839 hield Halbertsma zijn lezing over paasgebruiken voor het Koninklijk Nederlandsch Instituut. Hij moest zich verdedigen dat hij daar stond, als voornaam dominee, en zich op zulke volkse onderwerpen stortte. Aan het einde haalde hij een Latijnse spreuk aan; ‘Gelukkig hij, die de oorzaken der dingen ontdekken mogt’.

Pasen was in de achttiende en negentiende eeuw een samenraapsel van allerlei volksgebruiken. Er werden eieren gegeten, krentenbrood en rijstebrij. Liefst zo veel mogelijk van alles tegelijk.

Er werden weddenschappen afgesloten wie het meeste op kon. Gekookte eieren waren favoriet. Het werd allemaal niet zorgvuldig gedocumenteerd. Een Guiness Book of Records bestond evenmin.

Bier erbij

Er zijn verhalen over mensen die dertig eieren daags naar binnen werkten. De grootste veelvraat lijkt ene Isaac de Vreter uit Schagen, die op één dag zestig gekookte eieren at. De Vreter spoelde ze weg met 30 liter bier.

Een verschrikking, vond Halbertsma. ‘Wij, die altijd over Nut en Matigheid redeneeren, en met een Handboek der Gezondheidsleer in den zak loopen, wij rillen er van, en schudden er 't hoofd over’.

De winnaars werden in hun dorp of stad op een wagen gezet en rondgereden. Het liedje over Holle Bolle Gijs stamt er van af.

‘Gekleurde eijers’

Halbertsma refereerde aan de paastraditie in zijn heitelân. Friezen aten graag ‘gekleurde eijers’ met Pasen bij de koffie. ‘En men zegt mij, dat een gewoon liefhebber twaalf tot zestien, doch een obligaat-eter er dertig eet’.

De dominee benoemde de veelvraat in het armenhuis: ‘Een mijner kennissen, thans een grijsaard van 75 jaar, spreekt mij van een virtuoos, die weleer in de armenkamer vijftig hoendereijers opat, 25 met de schaal en 25 zonder schaal, nadat hij eerst de potjebeuling met pekelvleesch gesproken had’. Hij voorzag de problemen: ‘Indien de man collectant voor de armen was, wierd hij het op deze wijze voor zijne maag tevens’.

Apotheker

De weddenschappen waren vooral goed voor de apotheker, sprak hij. ‘Men weet niet waar een mensch al zijn vermaak in vinden kan. Maar ik weet wel, zei een Geldersch Nutsverhandelaar tot zijne hoorders, dat mijn buurman de apotheker 't nooit drukker heeft met pillenmaken dan tegen Paschen, naar welke, in de week na Paschen, zeer veel navraag is door hen, die te veel Paascheijeren hebben gegeten’.

Brusselaars waren slimmer. Zij zetten tegen elk ei tenminste een halve liter bier. ‘Dan had hij geen pillen noodig’. 

Hier ontstonden ook tegengestelde weddenschappen; die van de droogpruimers. ‘Zij namen aan, een mand vol Paaschbrood leeg te eten zonder er iets bij te drinken; ook hierin zijn meesterstukken geleverd’.

Het eierrecord van Isaac de Vreter is inmiddels lang en breed verbroken. Het staat tegenwoordig op naam van Joey ‘Jaws’ Chestnut. Hij at 141 hardgekookte eieren in 8 minuten. Op 5 oktober 2013, niet met Pasen.