Elsje Fiederelsje en de graanprijs
Zware tijden zijn het voor grootouders die op hun kleinkoters passen. Met de mondige kleuters anno 2015 is samen zingen van kinderliedjes een bezoeking geworden.
Door Wiebe Pennewaard
Zelf zongen wij als peuter nog opgewekt de grootste onzin mee. Oze wiezewoze wieze walla kristalla krist oze wiezewoze wieze wieswieswieswies. Natuurlijk. Volkomen logisch en aanvaardbaar, dit op muziek gezette verhaaltje. Toen. Voor ons, drie- en vierjarigen. Witte zwanen, zwarte zwanen, wie gaat er mee naar Engeland varen? Wat de zwanen te maken hebben met het verzoek om de oversteek te wagen naar het Verenigd Koninkrijk, het was ons worst. Je blaatte schaapachtig mee. Gezellig.
Moderne kindertjes, leert de ervaring nu de scholen weer zijn begonnen en het oppasseizoen opnieuw in volle hevigheid is uitgebroken, nemen geen genoegen meer met onzin. Dit is een tragisch gevolg van de moderne opvoeding. Vanaf hun zesde maand worden baby's serieus genomen. Alles wordt met engelengeduld uitgelegd en toegelicht. De verbale vaardigheden worden in toenemend tempo opgevoerd met leerzame gesprekken, dagelijks voorlezen, taalspelletjes op internet. Steeds meer ukkies van vier beschikken al over een woordenschat van rond de drieduizend woorden.
Door deze ontwikkeling worden oppassende opa's, oma's, pakes en beppes al regelmatig grammaticaal behoorlijk correct om de oren geslagen met ,,Dat heb ik je net toch al verteld?'', ,,Daar hou ik niet zo heel erg veel van, en ik lust het ook niet'', ,,Kijk maar op de zijkant, daar staat wel hoe je het bedje kunt uitklappen'', en aanverwante correcties. Prima. De taligheid en mondigheid komt ze later goed van pas. Maar voor even knus samen zingen is het een drama.
Voorbij zijn, met de vierjarige Daphne op schoot, de muzikale maar gedachteloze reproducties van de witte en zwarte zwanen, of het voor volwassen oren verdacht Pools klinkende Oze Wiezewoze. Interrupties, gefronste wenkbrauwen, vragen, ongelovige blikken, wantrouwen over opa's geestelijke gesteldheid. Maar vooruit. Zullen we Op Een Klein Stationnetje doen? Ja! Leuk!
De grootste kans is een wisselstoring
,,Op een klein stationnetje...'' Waar is dat, opa? – Nou, ik denk iets van Wolvega, dat is wel klein maar nog niet teruggebracht tot alleen zo'n stom perron. ,,...'s morgens in de vroegte, stonden zeven wagentjes...'' Wat voor wagentjes dan? – Eh, dat was waarschijnlijk een speciale museumtrein, in plaats van het gebruikelijke intercity-materieel van de NS, zoals de ICMm oftewel de ge-update Koploper. ,,...netjes op een rijtje. En het machinistje...'' Was hij echt heel klein? – Wel, de meeste vervoersmaatschappijen hanteren een minimumlengte van 1,60 meter, dus echt heel groot is dat niet. ,,...draaide aan het wieletje...'' Dat mag niet. Je mag nooit aan de wielen komen. Dat is gevaarlijk. – Wel, bedoeld is waarschijnlijk het op een stuur gelijkend wiel waarmee de machinist de snelheid regelt. ,,...hakke hakke puf puf...'' Haha, wat is dat voor geks, hakkepuf? – De grootste kans is een wisselstoring waardoor de trein ontspoort. Dat geeft heel rare geluiden. ,,...weg zijn wij.'' Ja opa, als de trein omvalt moet je weg, hè?
Het tweede couplet wordt zwijgend aanvaard voor de eerste vier regels, want die zijn gelijk. Maar dan duiken nieuwe figuren op. ,,En de conducteurtjes...'' Wat zijn conducteurtjes? – Wel, dat zijn spoorwegmeneren met een pet die meestal in een lege coupé in de eerste klas met een collega zitten te kletsen, met hun voeten op de bank, omdat ze bij uitoefening van hun functie het risico lopen inelkaar te worden geslagen door ongeremde reizigers. ,,...gooiden met de deurtjes...'' Hadden ze die eerst stukgemaakt in de trein? – Ja, die schuifdeuren moet je zorgvuldig demonteren voordat je er mee kunt gooien. – En waren ze boos dan? – Dat is een mogelijkheid. Maar het kan ook in een stille nachttrein zijn geweest, en dat de conducteurtjes zich verveelden, en een spelletje deden wie er het verst met de deurtjes kon gooien. – ,,Hakke hakke puf puf...'' Is de trein alweer omgevallen? – Ja. – Dan moeten wij weer weg zijn, hè? – Zo is het.
Dit is nog redelijk overzichtelijk. Lastiger is al een andere favoriet. ,,Elsje Fiederelsje...'' Dat rijmt niet eens goed. – Je hebt gelijk. Dat noemen ze kromrijm. ,,...zet je klompjes bij 't vuur... – Dan kunnen ze in de brand vliegen! – Nou ja, niet te dichtbij, natuurlijk. ,,...moeder bakt pannenkoeken, maar het meel is zo duur...'' Waarom bakt ze dan pannenkoeken? – Omdat ze het nu eenmaal beloofd heeft, denk ik, en in de praktijk valt het ook wel een beetje mee want de graanprijs op de wereldmarkt zakt al maanden weg, tot nu rond de 170 euro per ton, al blijft het de vraag of dit door de meelfabrieken wordt doorberekend, gelet op de houding van de benzineverkopers die de gedaalde olieprijzen ook maar amper vertalen in een lager bedrag aan de pomp. – Opa, ik wil liever Berend Botje doen.
Wellicht is de meanderende Drentse Aa bedoeld
,,Berend Botje...'' Wat een gekke naam, Botje. Zo heet iemand nooit. – Jawel hoor, het is vooral in Groningen nog een heel gangbare achternaam. En je mag nooit iemands naam gek noemen. Hooguit apart. ,,...ging uit varen, met zijn scheepje naar Zuidlaren...'' Waar is dat? In Griekenland? (de vakantie op Kos heeft een onvergetelijke indruk gemaakt) – Nee, dat ligt in Drenthe. ,,...de weg was recht, de weg was krom...'' Hij ging toch varen? – Zeker, maar hier is weg bedoeld in de betekenis van vaarweg. Al levert het een probleem op. De meest logische vaarweg naar Zuidlaren is door de opvaart vanuit het Zuidlaardermeer, maar daar zitten drie heel flauwe bochten in.
Weet je, als de vaarweg dan weer recht was en dan weer krom, is hier wellicht de meanderende Drentse Aa bedoeld, maar die gaat westelijk langs Zuidlaren en je kunt dan daar niet aanleggen. ,,...nooit kwam Berend Botje weerom.'' Waarom niet? – Belastingschuld, huiselijke twisten, avonturendrang, het kan van alles zijn.
,,Een, twee, drie, vier, vijf, zes, zeven, waar is Berend Botje gebleven? Hij is niet hier, hij is niet daar, hij is naar Amerika.'' Maar dan is hij toch wel daar? – Ja. Foutje van de tekstschrijver. – Was hij met de boot naar Amerika? – Het is mogelijk, maar niet erg waarschijnlijk. Zuidlaren ligt op 13 kilometer van Eelde, en dan is het toch verleidelijk het vliegtuig te pakken. Anderzijds: de bestemmingen op Eelde zijn Spanje, Griekenland, Turkije, Portugal, Gdansk en Londen. Dus dan zou hij op Gatwick moeten overstappen naar New York JFK. ,,Amerika, Amerika, driemaal in de rondte, hopsasa.'' – Ging hij Amerika helemaal driemaal in de rondte? – Ja. En daarna was hij zo blij, dat hij een dansje deed. – Goh. Leuk. Maar opa, zullen we nu naar de schommel? Heel hoog? – Graag. Héél graag.
Laatst gewijzigd op 11-09-2015 om 08:40 uur